Met ‘big data’ op een nieuwe en andere manier onderzoek doen: Eline Heppe over onderzoek ‘ZG in beeld’

ZG in beeld, cover rapport

Eline Heppe is senior onderzoeker binnen de Kentalis Academie en de Vrije Universiteit Amsterdam. In haar functie is Eline altijd alert op nieuwe methodes om onderzoek te doen. Vooral nieuwe methodes die ook representatievere en betrouwbare resultaten opleveren. Voorbeeld van een onderzoek dat volgens een nieuwe manier is gedaan, is ‘ZG in beeld’. Dit onderzoek richt zich op de arbeidsparticipatie en onderwijsloopbaan van mensen met gehoorverlies of een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Daarbij wordt gebruik gemaakt van microdata van het CBS. Eline legt uit wat er bijzonder is aan het gebruik van deze data en wat de voordelen zijn.

Over het onderzoek

‘Onderzoek ZG in beeld’ is een vervolg op een onderzoek uit 2021. Dit onderzoek richtte zich op de arbeidsparticipatie van mensen die slechtziend of blind zijn. Het vervolgonderzoek richt zich ook op de arbeidsparticipatie en onderwijsloopbaan van mensen met gehoorverlies of een taalontwikkelingsstoornis (TOS).

Wat maakt de methode met ‘big data’ vernieuwend?

Eline: ‘’Nieuw aan deze manier van onderzoek doen is dat we gebruik maken van data die al bestaan en die door andere organisaties verzameld zijn. We zetten dus bijvoorbeeld geen vragenlijsten uit en houden ook geen focusgroepen. Deze data worden ook wel ‘administratieve databestanden’ of ‘big data’ genoemd: data die niet één keer of een aantal keer verzameld worden voor onderzoek, maar altijd verzameld blijven worden.’’

Voorbeeld en voordeel

Klinkt goed, maar aan wat voor data moeten we denken? Eline: ‘’Een mooi voorbeeld waar iedereen mee te maken krijgt, is de aangifte inkomstenbelasting. Vanaf 1 maart doet iedereen aangifte inkomstenbelasting bij de Belastingdienst. Informatie over deze aangiften wordt in een administratie bijgehouden, zodat de Belastingdienst weet wie er aangifte hebben gedaan. Deze administratieve data worden opgeslagen en daarna volledig anoniem beschikbaar gesteld via het CBS. Deze data kunnen door onderzoekers onder strikte voorwaarden gebruikt worden om wetenschappelijk onderzoek te doen. De data geven inzicht in wie er een baan heeft gehad en wie niet. Door deze data te gebruiken hoeven we niet iedereen in Nederland hier 1-voor-1 op te bevragen, wat een hoop werk is. De informatie is er al. Ook hoeven er geen mensen gevraagd te worden om een vragenlijst in te vullen, geen vragenlijsten opgesteld en ingevuld te worden en resultaten daarvan geanalyseerd te worden. Los daarvan is het altijd lastig om heel veel mensen te vinden die mee willen doen aan een vragenlijstonderzoek. Met het gebruik van bestaande data heb je gelijk in één keer een grote groep mensen bij elkaar en dat is een voordeel. Want: hoe groter de groep, hoe representatiever het onderzoek. Bovendien is het gebruik van deze soort data objectiever, waarmee je als onderzoeker met meer zekerheid kunt zeggen dat het waar is’’.

Wat hebben doven, slechthorenden en mensen met taalontwikkelingsstoornis aan het onderzoeksresultaat?

Eline: ‘’De inzichten die we uit dit onderzoek halen geven een beeld van de mogelijke problemen die doven en slechthorenden en mensen met TOS in Nederland ervaren op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en in de overstap van onderwijs naar werk. Het in kaart brengen van deze problemen is informatief voor de doelgroepen zelf, belangenvertegenwoordigers, organisaties die ondersteuning bieden aan doven of slechthorenden en mensen met taalontwikkelingsstoornis en de overheid. Daarnaast is het voor de maatschappij ook belangrijk om te weten in hoeverre het VN-verdrag van de rechten van mensen met een beperking wordt nageleefd, dat door Nederland in 2016 is ondertekend. Het doel van dit verdrag is dat de maatschappelijke positie van mensen met een beperking verbetert. Verder kunnen de inzichten uit het onderzoek leiden tot vervolgonderzoek. Dit onderzoek is dan specifiek gericht op het in beeld krijgen van hoe deze problemen ontstaan en wat er nodig is om deze problemen op te lossen of te voorkomen’’. 

Het meest verrassende resultaat

Voor Eline springt één resultaat er uit. Eline: ‘’Een opvallende uitkomst vond ik dat alle drie de doelgroepen een lager gemiddeld uurloon verdienen dan de gematchte en de Nederlandse populatie. Zowel bij mannen als vrouwen.’’

Vervolg van het onderzoek

Er is al mooi werk gedaan aan dit onderzoek, maar er is ook nog veel te doen. Eline: ‘’Dit onderzoek was echt een eerste zet, want we willen de doelgroepen nog beter in kaart brengen. Dat gaan we oppakken binnen Deelkracht, voor de doelgroepen Doof/Slechthorend en TOS. We willen onder andere onderzoeken of we de databestanden kunnen uitbreiden. Op dit moment hebben we de data van ingediende Zvw ZG-zorgdeclaraties gebruikt. Mogelijk zijn er ook nog andere databestanden met belangrijke informatie over de arbeidsmarkt- en onderwijsuitkomsten van de doelgroepen. Bijvoorbeeld andere zorgdata of data van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) of het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV). Mogelijk komen daardoor nog meer mensen in beeld. Ook gaan we nieuwe onderzoeksvragen beantwoorden, want opgedane inzichten leveren altijd nieuwe vragen op. Ook zijn inmiddels de Zvw ZG-zorgdeclaraties-data van 2020 beschikbaar, waar mogelijk ook nieuwe mensen in zitten. Zo bouwen we aan een register en wordt de groep van mensen die we in beeld hebben binnen het huidige onderzoek steeds groter’’. 
 

Meer informatie

Het hele rapport lees je hier: rapport ZG in Beeld

Meer weten over wetenschappelijk onderzoek bij Kentalis? Hier lees je meer.