TOS-weken: Omgaan met trauma’s bij jongeren TOS/DSH

Dit is Len Martijn

Wat weten we van leerlingen met TOS/DSH omtrent hun kwetsbaarheid bij het ervaren van ingrijpende gebeurtenissen, hun stress en veerkracht? Len Martijn, orthopedagoog-generalist en autismespecialist bij Stichting VierTaal, onderzoekt dit als onderdeel van haar promotieonderzoek aan de Radboud Universiteit. Haar team promotoren bestaat uit collega’s van Kentalis. Haar onderzoek richt zich specifiek op jongeren tussen de 12 en 18 jaar die een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben of doof/slechthorend zijn. Len licht een aantal belangrijke bevindingen uit haar onderzoek toe.

Len voerde het onderzoek uit over een groep van 213 leerlingen in de adolescente leeftijd van 12-18 jaar, inclusief de controlegroep leerlingen van reguliere middelbare scholen. Daarvan zijn 127 leerlingen doof, slechthorend of hebben TOS en zitten op het voortgezet speciaal onderwijs. Ze legde de leerlingen onder andere een vragenlijst voor met drie thema’s: misbruik, verwaarlozing en disfunctioneel huishouden. Denk daarbij aan bijvoorbeeld fysiek geweld, verslavingsproblemen of financiële problemen.

Uit eerdere studies weten we dat jongeren met TOS of doof/slechthorendheid waarschijnlijk kwetsbaarder zijn voor het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen (mogelijk traumatische ervaringen). Maar ziet Len dit ook terug in haar onderzoek?

Len: ‘’Ja, dat zien wij zeker terug. Vooral de groep dove/slechthorende jongeren is al eerder onderzocht op trauma’s zoals seksueel misbruik en verwaarlozing. Er is alleen nog niet veel onderzoek gedaan naar andere ingrijpende levensgebeurtenissen. Wat we zien is dat deze groep jongeren met TOS, doof- en slechthorendheid in het speciaal onderwijs meer ingrijpende gebeurtenissen meemaakt, dan de jongeren in het regulier onderwijs. Niet alleen binnen gezin en familie, maar ook daarbuiten.

Ik vind het heftig om te zien hoe kwetsbaar deze jongeren zijn. Dit roept de vraag op waarom juist deze groep vaker met dergelijke gebeurtenissen te maken krijgt in vergelijking met leeftijdsgenoten. Mijn aanname is dat de communicatieproblemen die jongeren met TOS of doof/slechthorendheid hebben, een grote rol spelen. Dit kan zorgen voor problemen met het interpreteren van wat er om hen heen gebeurt, wat vervolgens voor frustratie kan zorgen. Daarnaast is het moeilijker om adequaat te reageren, als je moeite hebt om een situatie te interpreteren. Bovendien zijn deze jongeren kwetsbaarder voor bijvoorbeeld pesten of buiten de groep vallen. Vaak kunnen ze niet goed aangeven wat er gebeurt, of wat ze nodig hebben in bepaalde situaties.

Naast ingrijpende gebeurtenissen heb ik ook gekeken naar stressvolle communicatie-ervaringen. Situaties die door andere jongeren als ‘gewoon’ worden ervaren, kunnen door jongeren met TOS/DSH als stressvol worden ervaren door hun communicatieproblemen. Doordat zij niet genoeg horen of begrijpen – bijvoorbeeld van de leerkracht of medeleerling, kunnen ze stress ervaren. Bijvoorbeeld omdat ze bang zijn om verkeerd te reageren. Of zijn ze bang om aan de kant gezet te worden of voor dom te worden aangezien. Wat dan ook weer stress oplevert.

Naar stressvolle communicatie ervaringen lijkt nog weinig onderzoek te zijn gedaan. Met betrekking tot deze stressvolle communicatie ervaringen hebben we geen grote verschillen gevonden met de leerlingen van reguliere scholen (de controlegroep). Op de vragenlijsten die we hiervoor gebruikten, rapporteerden beide groepen (onderzoeksgroep en controlegroep) weinig stressvolle communicatie ervaringen. Het kan zijn dat deze bevindingen kloppen, het kan ook zijn dat de vragenlijst toch niet helemaal aansloot bij wat we wilden onderzoeken. We bevinden ons dus op onontgonnen terrein. Het is erg interessant om hier verder naar te kijken!’’ 

Wat zijn de belangrijkste gevolgen voor deze jongeren die veel ingrijpende gebeurtenissen hebben meegemaakt?

Len: ‘’Ik haal die gevolgen voornamelijk uit bestaande literatuur. Als je vier of meer ingrijpende gebeurtenissen meemaakt, is de kans veel groter dat er lichamelijke of mentale problemen ontstaan. Denk aan hartfalen, nierziekten, suikerziekte en een verhoogd risico op depressies, zelfmoord en ‘drop out of school’. Binnen ons onderzoek hebben we ook gekeken naar de relatie van de ingrijpende (communicatieve) ervaringen en de stress-impact hiervan. Dat deden wij op basis van een PTSS*-vragenlijst, die inzicht geeft in toxische stress (langdurige en overweldigende stressreacties) in het brein. Daaruit blijkt dat maar liefst 48,8% van de jongeren met TOS/DSH binnen het speciaal onderwijs toxische stress ervaart. Dat is een fors percentage!’’

Inderdaad: een zorgwekkende uitkomst. Wat laat het onderzoek zien over de veerkracht van deze jongeren in de omgang met stress?

Len: ‘’Dat verontrust mij misschien nog wel meer, want na afnemen van een veerkracht-vragenlijst concluderen wij dat maar liefst 57% van de onderzochte jongeren met TOS, doofheid of slechthorendheid een lage score haalt op veerkracht. En veerkracht is juist een beschermende factor bij het ervaren van stress. Het is alleen lastig om precies te begrijpen waar veerkracht uit bestaat. Wat zijn de bouwstenen daarvan? We doen met z’n allen alsof we weten wat veerkracht is, maar het lijkt of ik dit nu voor het eerst onderzoek. We mogen ook andere factoren niet vergeten die een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van veerkracht. Het is bekend dat in de ontwikkeling van een kind veel bouwstenen bijdragen aan veerkracht, zoals genetische aanleg en omgevingsfactoren. Uit bestaande literatuur heb ik een viertal neuro/psychologische- en psycho/sociale bouwstenen van veerkracht gehaald en heb deze onderzocht. Dat maakt een onderzoek natuurlijk niet makkelijk, maar wel interessant en leerzaam. Wat wel duidelijk is, is dat er een relatie bestaat tussen stress en veerkracht. En dat dat een belangrijke rol kan spelen in hoe je met ingrijpende gebeurtenissen omgaat’’.

Nu we meer weten over jouw onderzoek, een laatste vraag: wat kunnen we doen met de resultaten?

Len: "Het is belangrijk om iets te doen met de wetenschap dat een grote groep dove/slechthorende leerlingen en leerlingen met TOS veel stress ervaart. De hoogste tijd dus voor de discussie hierover. We weten dat mensen met veel stress hun leermogelijkheid niet optimaal kunnen benutten. Hun hersenen zijn vooral bezig met overleven en minder (of niet) met leren. Wat mij betreft maakt het niet zoveel uit HOE scholen hiermee omgaan, want er zijn verschillende mogelijkheden. Wat ik wel heel belangrijk vind, is DAT het op de agenda komt en blijft. Scholen kunnen bijvoorbeeld denken aan traumasensitief onderwijs: leerlingen kunnen zien door een ‘traumabril’, waardoor leerkrachten de onzichtbare rugzak gevuld met ingrijpende ervaringen van leerlingen kunnen zien. Of Pedagogische Tact, waarbij leerkrachten leren begrijpen dat zij met leerlingen omgaan vanuit hun eigen set normen en waarden. Ik denk ook aan de Vreedzame School, waar leerlingen taal leren om met elkaar de normen en waarden van hun groep te bepalen en reguleren, of Schoolwide PBS (positive behaviour support: positieve gedragsondersteuning). Het gaat te ver om hier nu dieper op in te gaan, maar scholen kunnen zich hierin verdiepen. Het is belangrijk om goed te kijken welke aanpak het beste past bij de school, het team, de leerkracht en de behoeften van de leerling.

Tot slot wil ik zeggen dat elke leerling, ongeacht zijn of haar trauma’s of ingrijpende levensgebeurtenissen, een goede leerkracht verdient. Die op een lieve en tegelijk doeltreffende manier kan reageren en anticiperen op gedrag dat de leerling laat zien. De leerkracht doet er enorm toe bij het vooruithelpen van een leerling!’’

*posttraumatische stressstoornis

Over TOS-weken

Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) staat niet op zichzelf. TOS kan in de loop van de ontwikkeling bij kinderen en jongeren leiden tot sociaal-emotionele problematiek. Zo kan een vijfjarige die niet kan vertellen wat hij wil of voelt, dat misschien laten zien in (negatief) gedrag. En wat als je zestien bent en je kunt je in het contact met leeftijdsgenoten niet goed uiten? Kentalis doet onderzoek om meer inzicht te krijgen in de neuropsychologie van TOS. Zodat jongeren met TOS in zorg en onderwijs in de toekomst nog beter kunnen worden begeleid. Tijdens de TOS-weken praten we je graag bij over drie onderzoeken:

  1. Versterken van sociaal-emotioneel functioneren door virtual reality (VR)-training.
  2. Omgaan met trauma’s; een onderzoek van Kentalis en Viertaal samen.
  3. ToMinZicht, Theory of Mind; training voor professionals en jongeren over inzicht in je eigen binnenwereld en die van een ander. Een drieluik vanuit verschillende invalshoeken: de onderzoeker, de leraar en de jongere.