Onderwijsprogramma en activiteiten

Kentalis Enkschool streeft de kerndoelen van het basisonderwijs na. Deze doelen zijn opgesteld door het Ministerie van Onderwijs. De nadruk binnen ons programma ligt op taal en communicatie. Daarnaast is er voldoende aandacht voor andere leergebieden. Om aan de onderwijsbehoeften van onze leerlingen te kunnen voldoen passen we ons onderwijs aan.

De Kentalis Enkschool biedt daarvoor: 

• een leerklimaat dat communicatie en taalontwikkeling stimuleert
• een klimaat dat veiligheid en ruimte biedt om te communiceren en te reflecteren op jezelf en je omgeving
• specialistisch en intensief taal- en leesonderwijs met aangepaste vormen van instructie om het onderwijs toegankelijk te maken
• specialistische begeleiding bij het bevorderen van de sociale relaties van onze leerlingen en hun welbevinden, zeker ook in relatie tot de doofheid/slechthorendheid of de taalontwikkelingsstoornis

De inhoud van het leeraanbod en de onderwijstijd zijn per vakgebied vastgelegd in leerroutekaarten voor de verschillende leerjaren en leerroutes. In het OPP van de leerling en in het groepsplan wordt aangegeven in welke leerroute de leerling werkt. 

IPC 

Op de Kentalis Enkschool werken we vanuit IPC. IPC staat voor ‘International Primary Curriculum’. Het is niet alleen een thematisch leerplan voor wereldoriëntatie en de kunstzinnige vakken, maar ook een visie op hoe kinderen leren. Niet wat je gaat doen (de activiteit), maar het leren staat centraal, waarbij er vooral gekeken wordt naar vaardigheden. Tijdens het werken worden hierover leergesprekjes gevoerd met de leerlingen en wordt er gekeken of de leerling groeit op het gebied van de verschillende vaardigheden. Er wordt veel kennis aangeboden tijdens de activiteiten, maar dit wordt niet getoetst (www.ipc-nederland.nl.)

Binnen de thema’s worden de wereld oriënterende vakken (geschiedenis, aardrijkskunde, techniek, natuur en burgerschap) doelgericht aangeboden. Ook worden de lessen muziek, gym, kunst en cultuureducatie binnen dit thema meegenomen. 

Door thematisch te werken kunnen we tegemoetkomen aan de onderwijsbehoeftes van cluster 2 leerlingen. De Enkschool biedt een groot aantal taal-, lees- en rekendoelen ook aan rondom de thema’s die op dat moment in de klas worden behandeld. Hierdoor krijgen zij meer tijd om nieuwe lesstof te begrijpen en in te oefenen.

Binnen de lessen is ruime aandacht voor het oefenen van vaardigheden, het gebruiken van nieuw geleerde kennis en taal. Daarbij is er veel aandacht voor het onderzoeken, samenwerken en presenteren van wat is geleerd. De geleerde lesstof wordt gevisualiseerd op een leerwand. Hierdoor kan de lesstof aan elkaar worden verbonden en zien de kinderen wat ze leren. Juist bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en dove en slechthorende kinderen is dit belangrijk omdat ze dit niet vanzelf oppakken. Leerkracht, logopedist en assistent werken in deze lessen samen met groepjes kinderen. 

Logopedie/communicatieve vaardigheden 

Op de Kentalis Enkschool zijn logopedisten werkzaam met verschillende specialisaties op het gebied van TOS. Omdat alle leerlingen op onze school in meer of mindere mate moeite hebben met het leren van taal, spraak en/of communicatie, vult de logopedist een belangrijke taak in voor de ontwikkeling van de leerling. De logopedist is gekoppeld aan lesgroepen. Binnen deze groepen ondersteunt de logopedist de leerkracht in het taalonderwijs en de lessen communicatieve vaardigheden. De logopedist en de leerkrachten werken nauw samen in het aanleren van de communicatieve vaardigheden van de leerlingen. Dagelijks vinden er oefenmomenten plaats. 

Naast de ondersteuning van de leerkracht en de groepslessen besteedt de logopedist individuele aandacht aan de taal- en spraakontwikkeling van uw kind. Dit wordt gedaan middels individuele logopedie of logopedie in een kleine groep en klassikaal. Het optimaal communicatief functioneren van het kind binnen de samenleving staat hierbij centraal. In de onderbouw betekent dit dat er vaak voornamelijk aandacht zal zijn om, middels individuele begeleiding, sprongen te maken in de taal- en spraakontwikkeling. In de midden- en bovenbouw betekent dit dat er voornamelijk aandacht is voor het vergroten van de communicatieve redzaamheid en de taalvaardigheden: mening vormen, discussiëren, debatteren, beargumenteren, vertelvaardigheden, gesproken en schriftelijke taal begrijpen. 

Uitbreiding van taalvaardigheden gebeurt zoveel mogelijk aansluitend aan de thema’s uit de klas. Door aan te sluiten bij de taalthema’s uit de klas vindt er veel herhaling plaats waardoor de taal beter kan beklijven. Binnen de afdeling TOS is er ook aandacht voor Pe-TOS (psycho-educatie, hoe ga ik om met mijn taalprobleem). 

Aan het eind van het schooljaar worden er handelingsgericht bij alle leerlingen logopedische testen afgenomen. Op basis van de evaluatie van voorgaande doelen, de nieuwe testgegevens en observatiegegevens worden er doelen opgesteld waar de logopedist met de leerling aan werkt. Deze doelen staan beschreven in het OPP van de leerling en/of het groepsplan taal. 

Er wordt regelmatig gebruik gemaakt van audio- en/of visuele opnames om het handelen van de logopedist en de spraak-taalontwikkeling van de leerling goed te kunnen bekijken. Er wordt alleen intern gebruik gemaakt van de audio- en beeldfragmenten. Na afloop worden de fragmenten gewist. 

Mondelinge en schriftelijke taal 

Het aanbod van taalonderwijs vindt ieder moment van de dag plaats, zowel in de groep, buiten op het plein, in het speellokaal en in de logopedieruimtes, waar de leerlingen impliciet en expliciet werken aan de taaldoelen. In alle groepen stellen de leerkracht en de logopedist samen de doelen voor mondelinge en schriftelijke taal op a.d.h.v. doelen uit ParnasSys of CED , SGTO en spraakwaterval.  

Het werken aan deze doelen worden in veel verschillende soorten lessen en activiteiten verweven zoals vertellen, spelen, voorlezen, liedjes zingen, luisteren etc. 

Vanaf groep 4 wordt er aan taalbeschouwing gewerkt. De doelen van taalbeschouwing worden expliciet aangeboden, met behulp van instructielessen en Junior Einstein. Dit wordt zowel mondeling als schriftelijk aangeboden. De logopedist ondersteunt hierbij waar nodig.

Mondelinge taal 

Er wordt aan de mondelinge taaldoelen gewerkt vanuit verschillende methodieken: COVA, SGTO en Spraakwaterval. De leerkracht en logopedist geven de lessen samen en evalueren deze. In alle groepen wordt gewerkt aan zinsbouw, morfologie (woordvormen), taaldenken, verhaalopbouw en woordenschat. In de lessen wordt daarnaast ook geoefend met gespreksvaardigheden. 

Deze onderdelen worden tijdens taalkring, expliciete lessen, tijdens vrije (speel)momenten en binnen andere vakgebieden geoefend. 

Doelen voor articulatie en verstaanbaar spreken zijn voor iedere leerling anders en worden daarom opgenomen in het ILHP

Het taalbegrip en de woordenschat worden gestimuleerd door thematisch te werken (IPC) en er wordt gebruik gemaakt in de groepen 1 en 2 van Logo 3000 en in de groepen 3 en 4 van Logo Groep 3 en 4/5.

Er is veel aandacht voor het voorlezen in alle groepen.  

De presentatievaardigheden worden ontwikkeld door de lessen communicatieve vaardigheden en door de ontwikkeling van de zinsbouw en verhaalopbouw. Beginnende presentatievaardigheden worden ook omschreven in de IPC-doelen vanaf groep 3. 

Lezen 

Goed kunnen lezen en schrijven is in onze geletterde maatschappij erg belangrijk. Bij veel leerlingen met een TOS verloopt de leesontwikkeling niet vanzelf. Daarom is goed leesonderwijs van groot belang. Op de Enkschool werken we vanuit de visie en met de werkwijze van LIST (Leesinterventie voor Scholen met een Totaalaanpak, oftewel Lezen IS Top). Leesbevordering vanuit leesmotivatie is het belangrijkste uitgangspunt. Leerlingen leren vooral lezen als ze heel veel lezen, leeskilometers maken. Leerlingen die lezen leuk vinden, zullen er zelf voor kiezen om veel te lezen. Daardoor zal het leesniveau omhooggaan. We willen graag de leerlingen motiveren om te lezen. Dat is een belangrijke uitdaging. Het doel is het ontwikkelen van gemotiveerde en goede lezers die lezen omdat het functioneel is, ze daarvan leren of omdat ze er plezier aan beleven.

In alle groepen wordt elke dag 15 minuten tot een half uur voorgelezen uit boeken die passen bij het thema of passen bij de belevingswereld van de leerling. De leerkracht en de leerlingen praten over de inhoud van het boek. Hierdoor wordt gewerkt aan woordenschat, verhaalopbouw en worden er verbanden gelegd en kennis opgebouwd.  

In groep 1-2 wordt er vooral heel veel voorgelezen. Veel voorlezen heeft een positieve invloed op de gehele taalontwikkeling maar ook op de kennis van de wereld en inzicht in sociale situaties. Daarom is voorlezen ook een vast onderdeel van het leesonderwijs in alle andere groepen. In groep 1 en 2 is er ook al veel aandacht voor het spelenderwijs leren van letters en woorden.

In groep 3  leren de leerlingen echt lezen. In deze groep worden de belangrijke stappen gemaakt van letters, naar woorden en zinnen en dan naar tekst lezen. Veel voorlezen en daarover praten en schrijven, zijn ook vaste onderdelen van het leesprogramma in groep 3.

In de groepen 4 t/m 8 lezen we iedere dag in een zelfgekozen boek. Eerst doen we dat hardop. Hardop lezen gebeurt in tweetallen of in kleine groepjes. Bij het niveau E4 gaan leerlingen zelfstandig stillezen. We koppelen het leesonderwijs zoveel mogelijk ook aan de thema’s waarmee we werken. Er is veel ruimte om met elkaar in gesprek te gaan over boeken en we organiseren schoolbreed verschillende lees bevorderende activiteiten zoals leesactiviteiten die aansluiten bij het thema waaraan we werken en de leesvakantiefotowedstrijd. Zo stimuleren we iedere dag de leesmotivatie zodat ook onze leerlingen met plezier lezen.

Wanneer leerlingen stagneren in het leesproces bieden we ook een extra ondersteuningsniveau aan. Deze wordt aangeboden in een kleine groepjes en het ondersteuningsniveau bestaat uit:

• Connect klank en letters (groep 3 en 4)
• Connect woordherkenning (groep 3, 4 en 5)
• Connect vloeiend lezen (groep 4 en 5)
• RALFI lezen (groep 4 t/m 8) 

Bibliotheek 

Kampen 

De locatie Kampen heeft een meerjarige samenwerking met de Bibliotheek Kampen. Samen werken we aan een prettig en stimulerend leesklimaat voor kinderen van 4-12 jaar. Meer informatie over deze samenwerking vindt u in de informatiekaart die u bij de start van het schooljaar ontvangt. 

Zwolle 

De locatie Zwolle werkt samen met de Stadkamer. Dat is de bibliotheek in Zwolle. Wij doen net als veel andere basisscholen mee aan Alle Zwolse Kinderen Lezen. Het doel van deze samenwerking is dat leerlingen meer plezier krijgen in lezen en taalvaardiger worden.

Er wordt gewerkt vanuit vijf basisprincipes van goed (voor)leesonderwijs.

1. Goed (voor)leesonderwijs vereist een doordachte boekencollectie met rijke teksten.
2. Goed (voor)leesonderwijs vereist tijd voor (voor)lezen.
3. Bij goed (voor)leesonderwijs hoort aandacht voor leesmotivatie.
4. Kijk voor goed (voorlees)onderwijs kritisch naar de aanpak op school.
5. Lees zelf (dus ook als docent!)

Het programma Alle Zwolse Kinderen Lezen sluit naadloos aan op de werkwijze van ons leesonderwijs en het thematisch werken. Door de samenwerking met de Stadkamer, hebben we namelijk een mooie collectie boeken in de schoolbibliotheek. Elk jaar schaffen we weer nieuwe boeken aan en breiden we de collectie uit. Daarnaast zijn alle kinderen van de Enkschool lid van de bibliotheek. Kinderen krijgen hun bibliotheekpas mee naar huis en kunnen in de bibliotheek in de buurt boeken lenen. 

Alle leerkrachten en logopedisten zijn dankzij de samenwerking ook lid van de bibliotheek. Zij hebben daardoor de mogelijkheid om bij elk thema veel boeken uit de bibliotheek te halen die ze voorlezen aan de kinderen of die de kinderen zelf kunnen lezen. Op die manier breiden de kinderen hun kennis en woordenschat uit en werken we aan hun taalontwikkeling. 

Urk 

De Harmpje Visserschool heeft een samenwerking met de bibliotheek Urk. Er is jaarlijks een leencollectie op school. De leerlingen mogen elke week een boek ruilen om thuis te lezen of voorgelezen te worden.

Begrijpend luisteren en lezen

We werken met een doorgaande leerlijn van begrijpend luisteren naar begrijpend lezen. 

In de groep 1, 2 en 3 wordt er aandacht besteed aan begrijpend luisteren. Dit gebeurt vooral tijdens het interactief voorlezen en tijdens kringgesprekken. Er worden dan vragen gesteld over het verhaal. 

Het interactief voorlezen is de belangrijkste manier om leerlingen voor te bereiden op het begrijpend lezen. Om goed begrijpend te kunnen lezen, moeten leerlingen beschikken over verschillende strategieën. Door middel van interactief voorlezen werk je als leerkracht al voorbereidend aan de strategieën die van belang zijn voor het latere begrijpend lezen. 

Vanaf groep 4 wordt er expliciet aandacht besteed aan begrijpend lezen. We gebruiken hiervoor rijke teksten die gekoppeld zijn aan het thematisch werken. Deze teksten worden gelezen en herlezen in meerdere lessen. Voor het begrijpend lezen is het belangrijk dat leerlingen hun woordenschat vergroten en lees- en luisterstrategieën leren toepassen om teksten te kunnen doorgronden. We streven ernaar dat de leerlingen uiteindelijk in staat zijn gelezen teksten na te kunnen vertellen, te waarderen en tekstvragen te kunnen beantwoorden. De leerlingen leren hoofd-, bijzaken en verbanden te onderscheiden. Zij leren teksten samen te vatten en in te prenten. Naar aanleiding van wat zij lezen, wordt een mening gevormd, zie zij kunnen beargumenteren. 

Spelling 

Het goed kunnen spellen is een belangrijke vaardigheid die voor de meeste cluster 2 leerlingen niet vanzelfsprekend is. Naast een kleine woordenschat hebben kinderen met TOS ook veel moeite spellingregels te begrijpen en onthouden. Hiervoor hebben de leerlingen meer tijd en aandacht nodig waarbij ze goed

worden ondersteund in het correct kunnen spellen. Door aan te sluiten bij de thema’s bieden we woorden aan binnen de categorieën van de leerlijnen, die betekenisvol en functioneel gebruikt kunnen worden. Er worden wekelijks schrijfopdrachten gemaakt waarbij deze woorden worden gebruikt. Woorden worden hierdoor vaak in verschillende contexten herhaald en geoefend. Daarnaast oefenen we zo de grammatica. Hiervoor is een visie op spellingonderwijs ontwikkeld binnen de school, methodes worden als bronnenboek gebruikt. 

Het goed kunnen spellen is een belangrijke vaardigheid die voor de meeste cluster 2 kinderen niet vanzelfsprekend is. Naast een kleine woordenschat hebben kinderen met TOS ook veel moeite spellingregels te begrijpen en onthouden. Hiervoor hebben de leerlingen meer tijd en aandacht nodig waarbij ze goed worden ondersteund in het correct kunnen spellen. Door aan te sluiten bij de thema’s bieden we woorden aan binnen de categorieën van de leerlijnen, die betekenisvol en functioneel gebruikt kunnen worden. Er worden wekelijks schrijfopdrachten gemaakt waarbij deze woorden worden gebruikt. Woorden worden hierdoor vaak in verschillende contexten herhaald en geoefend. Daarnaast oefenen we zo de grammatica. 

Hiervoor is een visie op spellingonderwijs ontwikkeld binnen de school, methodes worden als bronnenboek gebruikt. 

Schrijven 

Op de Enkschool krijgen de leerlingen in de onderbouw met behulp van de methode Krullenbol als bronnenboek, aanbod op motorisch gebied als voorloper op het latere leren schrijven. 

In groep 3, 4 en 5 schrijven leerlingen in blokschrift aan de hand van de methode Pennenstreken. Er kan ook gekozen worden voor verbonden schrift m.b.v. de methode Pennenstreken. Vanaf groep 6 volgen er schrijfopdrachten m.b.v. het directe instructiemodel vanuit de visie spelling naar aanleiding van het thema van IPC. 

Rekenen/wiskunde 

Op de Enkschool worden de rekenlessen in groep 1 en 2 a.d.h.v. de doelen vanuit ParnasSys gegeven en gebruiken ze de methode Rekenplein en Wereld in Getallen 5 als bronnenboeken. In de groepen 3 en 4 werken de leerlingen met de papieren versie van de methode Wereld in Getallen 5 en in de groepen 5 t/m 8 werken de leerlingen in Gynzy die gekoppeld is aan de doelen van de methode Wereld in Getallen 5. Wanneer de leerlingen stagneren in hun leerproces stappen ze (tijdelijk) over op de methode Rekenroute. 

Er wordt lesgegeven volgens de werkwijze van het Expliciete Directe Instructie Model. Tijdens de les is er veel aandacht voor de rekentaal en de rekenstrategieën. Deze taal en strategieën worden visueel gemaakt en vele malen herhaald gedurende de lessen om de leerlingen voldoende tijd te geven om dit eigen te maken. Waar mogelijk wordt er een koppeling gemaakt tussen de rekenactiviteiten van de groep en de dagelijkse gang van zaken. 

• Groep 1-2: de rekenactiviteiten worden gekozen die passend zijn bij de thema’s van IPC en worden aangeboden in kringactiviteiten en in de verschillende hoeken in de klas;  
• Groep 3-4: er wordt nog met veel materialen gewerkt aan de rekenvaardigheden. De leerlingen zijn naast het werken in werkboeken van Wereld in Getallen 5, veelal nog praktisch en concreet aan het rekenen.
• Groep 5-8: de leerlingen krijgen instructie (volgens drieslagmodel en handelingsmodel) en maken hun werk digitaal in Gynzy of (individueel) schriftelijk waar het moet.

Bij de verschillende IPC-thema’s wordt er steeds gekeken hoe er een koppeling gemaakt kan worden met het rekenonderwijs in de groep en wordt er gewerkt aan rekendoelen die de leerlingen moeten behalen. In onderstaand schema staat welke methodieken er in de groepen gebruikt worden. 

Sociaal Emotioneel 

Leerlingen met TOS hebben moeite met het begrijpen en uiten van taal. Dit kan leiden tot communicatie- en interactieproblemen en daardoor vaak ook tot sociaal-emotionele problemen. Middels PeTOS (Psycho- Educatie TOS) werken we specifiek aan doelen voor de sociaal emotionele ontwikkeling.  

PeTOS is een cluster 2 methodiek die TOS-leerlingen helpt om taal en inzicht te vinden voor wat ze meemaken, voor wat er in henzelf en anderen omgaat, voor wat ze nodig hebben. PeTOS helpt ze daarover te communiceren. Daarbij gaat het zowel om sociale taal als om innerlijke taal. PeTOS werkt zo aan identiteitsontwikkeling – wie ben ik en hoe sta ik in de wereld – en burgerschap – hoe neem ik deel aan een diverse samenleving met al haar verschillende facetten. Het doel van PeTOS is om samen met leerlingen taal te vinden, voor ToM of de binnenwereld aan de ene kant en voor de buitenwereld waarin die ToM zich ontwikkelt aan de andere kant. 

Aanvullend worden er lessen uit Spraakwaterval aangeboden. Spraakwaterval is een cluster 2 methodiek die is ontwikkeld voor leerlingen met een communicatieve hulpvraag zoals TOS en die gericht is op het vergroten van hun zelfinzicht, zelfvertrouwen en communicatieve en sociaal-emotionele redzaamheid. De methodiek gaat uit van het idee dat communicatie meer is dan alleen mondelinge taal en dat er naast verbale communicatie ook non-verbale communicatie beschikbaar is, zoals lichaamstaal, houding en sociale vaardigheden. Het doel van Spraakwaterval is om leerlingen voldoende sociaal-communicatief redzaam te maken zodat ze zich kunnen redden in het (reguliere) vervolgonderwijs en in de maatschappij.  

Daarnaast kunnen de volgende lesmethoden gebruikt worden ter aanvulling: Doos vol gevoelens, Kinderen en hun sociale talenten.

In de groepen 4 en 7 krijgen leerlingen Rots en Water lessen. Doel van het Rots en Water programma is het vergroten van de communicatie- en sociale vaardigheden en welzijn bij kinderen en jongeren en het voorkomen en/of verminderen van sociale problemen zoals pesten, conflicten, uitsluiting, meeloopgedrag en seksueel grensoverschrijdend gedrag. 

Relaties Intimiteit en Seksualiteit (RIS)

De seksuele ontwikkeling van kinderen met TOS verloopt niet anders dan die van andere kinderen. Maar als het gaat om het communiceren over lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit verloopt de ontwikkeling wél anders. Onze leerlingen hebben minder taal om hun gevoelens op dit gebied te verwoorden, ze communiceren minder, zowel met volwassenen als met leeftijdsgenoten en ze doen minder ervaring op met afstemming in sociale relaties. Het maakt onze leerlingen op het gebied van intimiteit en seksualiteit niet alleen onwetender, maar ook kwetsbaarder voor grensoverschrijdingen en misbruik.

Thuis, op school en via de media komen kinderen dagelijks in aanraking met positieve en negatieve kanten van intimiteit en seksualiteit in de wereld van volwassenen. Tegelijkertijd ontwikkelt zich hun eigen seksualiteit onder invloed van ervaringen die kinderen opdoen. Voor onze leerlingen is het dus extra belangrijk om hier expliciet onderwijs in te krijgen. 

Op de Enkschool doen we dat onder andere door de lesmethode ‘Kriebels in je buik’. Kriebels in je buik is een digitale lesmethode voor relationele en seksuele vorming. Deze methode heeft als doel kinderen te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun persoonlijkheid. Binnen de lessen staan de thema’s lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld, voortplanting en gezinsvorming, sociale en emotionele ontwikkeling en seksuele weerbaarheid centraal. Deze vier thema’s keren elk jaar terug, zodat de informatie steeds herhaald en verder uitgebreid wordt. De lessen worden afgestemd op de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. 

Ze leren respect op te brengen voor zichzelf en de ander, zich bewust te zijn van hun eigen en andermans gevoelens, wensen, opvattingen, mogelijkheden en steeds beter gefundeerde beslissingen te nemen op het gebied van seksualiteit. 

Daarnaast wordt er in de sociaal emotionele lessen veel aandacht besteed aan relationele vorming. 

Sommige ouders hebben de zorg dat het aanbieden van dit onderwerp op school ervoor zorgt dat hun kind aangezet wordt tot seksueel gedrag en eerder seksueel actief wordt. Uit onderzoek blijkt echter dat kinderen die in het basisonderwijs goede relationele en seksuele voorlichting krijgen:

• een positief zelf- en lichaamsbeeld ontwikkelen
• hun grenzen beter kunnen aangeven
• weerbaarder zijn
• respectvoller met elkaar omgaan.

Zij maken bovendien op latere leeftijd verantwoorde en gezonde keuzes en worden minder geconfronteerd met seksuele problemen als grensoverschrijdend gedrag, ongeplande zwangerschap en soa’s.

Meer informatie?

Link - seksuele-ontwikkeling-van-kinderen-0-18-jaar

Link - seksuele-opvoeding-van-kinderen-met-een-beperking-0-18-jaar 

ICT 

Binnen onze school wordt aandacht besteed aan de ICT-vaardigheden en digitale vaardigheden. We willen de leerlingen immers zo goed mogelijk voorbereiden op de toekomst. In alle groepen zijn computers/ipads of laptops aanwezig waarop gewerkt kan worden. Ook is in ieder lokaal een digitaal schoolbord aanwezig. Daarnaast heeft vanaf groep 5 iedere leerling een eigen iPad of laptop om mee te werken op school. In de kleutergroepen en in de groepen 3/4 worden iPads gedeeld. Op school hebben we een breed scala aan robotica en programmeertools om de digitale- en programmeervaardigheden van de leerlingen te stimuleren. 

Leerkrachten dragen de verantwoordelijkheid om de leerlingen te scholen in het gebruik van ICT en digitale leermiddelen (daarbij behorend ook: mediawijsheid, sociale media). Leerkrachten worden hiervoor gecoacht door i-coaches die aanwezig zijn op school. 

Wij werken met de ICT-methode Delta de draak. In deze methode voor de groepen 1 t/m 8 wordt er aandacht besteed aan: mediawijsheid, ICT-basisvaardigheden, computationol thinking en informatievaardigheden. De bovenbouwgroepen doen mee met de week van Mediamasters. 

In de groepen 5 tot en met 8 wordt gewerkt met Gynzy. Dit houdt in dat de verwerking van de rekenstof adaptief gebeurt middels een daarvoor bestemd programma op de iPad. Daarnaast zal groep 3 en 4 in sommige gevallen als extra oefenstof Gynzy in gaan zetten. Daarnaast wordt de iPad ingezet bij verschillende lessen, zowel bij rekenen, taal, spelling en lezen als bij de zaakvakken binnen IPC (opzoekvaardigheden, werken met digitale devices). Dit houdt niet in dat alle verwerking op de iPad gedaan wordt: wij zien ook het belang van schriftelijke verwerking. 

Ook binnen de logopedische behandeling wordt regelmatig de iPad of robotica ingezet, hierbij gericht op het verbeteren van de spraak- en taalvaardigheden (denk aan: apps om de articulatie te trainen, apps voor het vergroten van de woordenschat). 

Het internet en digitale media bieden mooie kansen, met name aan onze leerlingen. Onze leerlingen zijn vaak enthousiaste gebruikers: ze hebben vaak inzicht, ze zijn planmatig ingesteld en hebben veel houvast aan de visuele ondersteuning die de digitale devices bieden.

Masterplan Geletterdheid  

Een goede lees- en schrijfvaardigheid is voorwaarde om succesvol mee te kunnen doen in de maatschappij. Leren lezen en schrijven vraagt voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) extra veel inspanning.

Van leerkrachten vraagt het extra deskundigheid om het lees- en schrijfonderwijs voor deze doelgroepen effectief en Evidence Informed vorm te geven. 

Binnen het Masterplan Geletterdheid van Kentalis is op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten een online module over leren lezen en schrijven samengesteld voor de doelgroepen TOS, D/SH en CMB/DB. Deze modules bieden kennis en handvatten aan leraren, ambulant begeleiders, logopedistes en ondersteuners om deze leerlingen optimaal kansen te bieden op volledige geletterdheid. We gaan de module voor de leerlingen met een TOS stap voor stap invoeren binnen de Enkschool. 

Gymles 

De kinderen uit de kleutergroepen maken gebruik van het speellokaal en 1x van de grote gymzaal. Ze dragen tijdens de gym-/spellessen goed passende, stevige gymschoenen, het liefst met klittenbandsluiting. De gymschoenen worden in een bak op school bewaard. 

De leerlingen van groep 3 t/m 8 gymmen 2x per week in de grote gymzaal. Ze dragen een gymbroek met shirt en gymschoenen. Na afloop van de gymles gaan de gymspullen mee naar huis. Binnen de locatie van Kentalis Enkschool te Zwolle kan er vanaf groep 4 tot en met 8 na de gymles gedoucht worden. Op de locatie van Kentalis Enkschool in Kampen gebeurt dit alleen in de hogere groepen. Sommige leerlingen hebben aangegeven dit niet prettig te vinden. Enkele leerlingen douchen met de onderbroek aan of helemaal niet in verband met hun cultuur. 

In afstemming met de Commissie van leerlingenzorg (CvL) hebben wij het volgende standpunt ingenomen, dat de leerlingen zelf mogen kiezen of zij wel of niet douchen na de gymles. Het wordt op prijs gesteld dat leerlingen wel een handdoek meenemen. 

Muzikale vorming 

De leerlingen krijgen passend muziekaanbod van de leerkracht. De leerkracht bekijkt bij welke thema's welke domeinen van het muziekonderwijs aan bod komen. Tijdens de lessen komen de vijf domeinen van het muziekonderwijs aanbod. Dansen, luisteren, zingen, musiceren en noteren. Daarnaast worden thematische begrippen gekoppeld aan de lessen. De leerlingen breiden hun woordenschat tijdens de muzieklessen uit. De leerlingen worden gestimuleerd om hun gevoelens en gedachten te uiten door expressief bezig te zijn. Afhankelijk van het thema worden er af en toe ook externe vakspecialisten ingehuurd om muzikale activiteiten aan te bieden. 

In de informatiekrant, die u aan het begin van het schooljaar ontvangt, kunt u lezen wanneer onderstaande activiteiten plaatsvinden. 

Schoolreisje Het ‘gewone’ lesrooster wordt elk jaar doorbroken door een schoolreisje. De data voor de schoolreisjes van de groepen 1 t/m 6 worden via de informatiekaart bekend gemaakt en worden vaak aan het einde van het schooljaar gepland. 

Schoolkamp De kinderen vanaf (in principe) groep 7 gaan drie dagen op schoolkamp. De begeleiders zoeken ruim van tevoren een geschikte bestemming, waarbij huisvesting, voeding en veiligheid (met betrekking tot het vervoer en de bestemming) gewaarborgd zijn. 

Thematisch werken Binnen de school wordt thematisch gewerkt. Bij de afsluiting van een thema worden ouders uitgenodigd om te kijken wat hun kind heeft geleerd binnen dit thema. Dit kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. 

Rekendag Ieder schooljaar wordt de Grote Rekendag georganiseerd. Dit is een dag voor alle basisscholen in Nederland en Vlaanderen (groep 1 t/m 8). Deze dag staat helemaal in het teken van rekenen en dan niet alleen in de klas, maar ook daarbuiten. Want rekenen is veel meer dan sommen maken in je werkboek! Het onderliggende doel is om de kinderen onderzoekend te laten rekenen. Zelf ontdekken levert inzicht op en niet onbelangrijk: het maakt rekenen leuk! 

Koningsdag De Koningsspelen zijn een sportief Oranjefeest voor alle basisschoolleerlingen in Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk. De dag bestaat uit sportieve activiteiten die worden voorafgegaan door een gezamenlijk, feestelijk Koningsontbijt. Scholen bepalen zelf hoe de Koningsspelen worden vormgegeven. Kentalis Enkschool schrijft zich de laatste jaren in voor de Koningsspelen en deelt daarmee het doel om kinderen in het primaire onderwijs en hun ouders te laten zien dat samen goed ontbijten en actief bewegen belangrijk, maar vooral ook heel leuk is. De vakleerkrachten gymnastiek regelen de sportactiviteiten voor alle klassen. 

Leesvakantiefotowedstrijd (alleen in Zwolle) Veel lezen is belangrijk. We noemen dat leeskilometers maken. In de vakantie blijven lezen is belangrijk anders kan de leesvaardigheid wegzakken. Ook het plezier in lezen is erg belangrijk. De zogenaamde leesmotivatie. Daarom organiseert de Enkschool ieder jaar een Leesvakantiefotowedstrijd. Ouders en hun kind worden gestimuleerd een mooie foto van hun kind te maken terwijl het kind opgaat in het lezen. Dit kan het lezen van een stripboek, boek of bijvoorbeeld een informatiebordje in de dierentuin zijn. Als het kind maar echt leest en er plezier aan beleeft! Na de zomervakantie hebben ouders 4 weken de tijd om de foto in te sturen naar school. Daarna worden er per unit een eerste, tweede en derde prijs gekozen.

De eerste prijs is een boek, de tweede prijs het kinderboekenweekgeschenk+ boekenlegger en derde prijs is een boekenlegger. Daarbij worden de winnende foto’s vergroot, op canvas afgedrukt en opgehangen in de school! De prijsuitreiking is altijd op de laatste dag van de kinderboekenweek; vlak voor de herfstvakantie. 

Iedereen doet mee! U wilt graag dat uw kind kan sporten, spelen en leren. Meestal lukt dat ook. Maar wat als je als ouder/verzorger even wat minder te besteden hebt? Dat kan tenslotte iedereen overkomen. Gelukkig is er ook dan nog steeds veel mogelijk. Wist u bijvoorbeeld dat u vaak hulp kan krijgen bij het betalen van: 

• Muziekles/ Toneel/ Dansles
• Sporten / sportkleding
• Lid zijn bij een club of vereniging
• Zwemlessen 

Wilt u graag iets aanvragen voor uw kind of wilt u gewoon meer informatie? Onze schoolmaatschappelijk werker helpt u graag verder. Voor uw als ouder zijn er ook mogelijkheden. Samen zorgen we ervoor dat iedereen mee kan doen!