Schoolklimaat

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch klimaat

Leerlingen komen naar school om te leren. Daarvoor is een prettige sfeer van groot belang. Een goed pedagogisch klimaat betekent een goede en veilige sfeer voor iedere leerling. Het pedagogisch klimaat omvat alle omgevingsfactoren die bijdragen aan het welbevinden van het kind, waardoor een kind zich verder kan ontwikkelen. Hierbij gaat het om factoren die al aanwezig zijn, maar ook om factoren die een leerkracht weloverwogen creëert. Een goed pedagogisch klimaat is een basisvoorwaarde voor kinderen om tot leren en ontwikkeling te komen en daarmee van grote invloed op de ontwikkeling van het kind.

  • Respect voor elkaar;

In de eerste plaats wordt het pedagogisch klimaat gekenmerkt door wederzijds respect. Respect voor iedere individuele leerling, zijn talenten en zijn belemmeringen. Respect tussen leerlingen onderling en respect tussen leerkracht en leerling.

  • Prettige sfeer;

In een prettige sfeer ligt de basis voor prettig leren. De prettige sfeer wordt gekenmerkt door orde, rust, regelmaat en voorspelbaarheid. Daarnaast vormen betrokkenheid en aandacht voor welzijn belangrijke factoren. Deze zaken creëren een basisgevoel van veiligheid.

  • Accepteren van verschillen, iedereen is uniek;

Leerlingen komen niet voor niets in het speciaal onderwijs terecht. Vaak hebben ze moeten ervaren dat ze anders zijn en in veel gevallen is er sprake geweest van afwijzing. Op onze school is iedereen verschillend en daardoor ook bijzonder en uniek. We accepteren deze verschillen van elkaar en hebben oog voor de uniciteit van de ander.

  • Duidelijk onderwijsaanbod;

Leerlingen komen naar school om te leren. Een goed en duidelijk gestructureerd onderwijsprogramma schept duidelijkheid voor de leerlingen. Leerlingen zijn allemaal nieuwsgierig en willen graag leren. Een goed en duidelijk onderwijsaanbod kan ze daarbij helpen.

  • Duidelijke normen en waarden;

In een prettige sfeer kan en mag veel, maar dat wil niet zeggen dat er geen duidelijke normen en waarden zijn. Duidelijke regels zijn prettig voor alle leerlingen, ze weten waar ze aan toe zijn. Ook is het belangrijk om uit te dragen wat we belangrijk vinden. We vinden het belangrijk dat we betrokken zijn bij elkaar, dat we elkaar ondersteunen als het nodig is, dat we ons veilig voelen en dat we elkaar accepteren.

  • Kinderen zien en horen in wie ze zijn en wat ze kunnen;

Kinderen hebben moeten leren leven met hun beperking of zijn nog steeds bezig om dat te leren. We willen in onze leerlingen niet de beperking zien maar de mogelijkheden. Ieder kind is uniek en heeft talenten en mogelijkheden.
 
De aspecten respect, sfeer, acceptatie, aanbod, oog voor de relatie tussen kunnen en aankunnen door de leerling, normen en waarden en kijken naar mogelijkheden kenmerken het pedagogisch klimaat van de Guyotschool VSO CMB Vries.

Om bovenstaande handen en voeten te geven, hebben wij op school een sociaal veiligheidsbeleid. Hierin staat beschreven hoe wij omgaan met pesten, incidenten die plaatsvinden op onze school en andere voorwaarden voor het garanderen van de veiligheid van onze leerlingen op school. Ook investeren we in het vergroten van de vaardigheden van onze medewerkers op dit gebied. Tevens werken vanuit een pedagogisch didactisch concept dat bij iedere medewerker bij ons op school bekend is. Het belangrijkste gedachtengoed en theoretisch model dat hieraan ten grondslag ligt is de methode LACCS.

Actief burgerschap en sociale integratie

Naar mate leerlingen ouder worden komt het moment dichterbij dat ze school gaan verlaten en niet meer als leerling in de maatschappij staan. Het is onze taak om ervoor te zorgen dat leerlingen voldoende toegerust zijn om die stap te maken. In de meeste gevallen stromen leerlingen uit naar beschut werk en dagbesteding. Het vak burgerschap en sociale integratie heeft tot doel integratie en participatie van de leerlingen in de hedendaagse maatschappij. Burgerschap is grotendeels verweven met andere vakgebieden Er wordt middels een portfolio inzicht gegeven waaraan de leerling heeft gewerkt. Naast het burgerschapsaanbod in diverse lessen heeft dit ook tijdens de stages voor de leerlingen van UP 1-4 vanaf leerjaar 1 de aandacht.

Burgerschap is niet direct te vangen in 1 vakgebied. Aspecten van burgerschap komen terug in andere vakgebieden. Maar in zijn algemeenheid staan 3 domeinen centraal.

-   Democratie; hoe zit de rechtsstaat in elkaar, wat is democratie en hoe werkt politiek (voor leerlingen die op UP 4 uitstromen)  maar ook democratie in de zin van je eigen wens kenbaar maken in een situatie waarin de omgeving een andere mening is toegedaan.

-    Participatie; welke houding en welk gedrag is nodig om actief mee te kunnen doen

-    Identiteit; wat is mijn identiteit en voor welke waarden sta ik

In alle gevallen aangepast en afgestemd op het niveau van de leerlingen.

Gedurende de 6 schooljaren dat de leerling bij ons op school is wordt er naast de methoden die we gebruiken (bv. nieuwsbegrip, kwink, hallo ik, leve de liefde) thematisch (bv. week van de lentekriebels, paarse vrijdag, mediawijsheid, etc.) aandacht besteed aan facetten van burgerschap. Daarnaast proberen we ook groepsoverstijgend te werken, zodat leerlingen van elkaar kunnen leren. Leerlingen hebben eigenaarschap over hun stageportfolio. Vanwege de kleinschaligheid van onze school, is het werken met een leerlingenraad niet haalbaar. Wel worden leerlingen met regelmaat bevraagd naar hun mening (bv. bestemming geld kerstmarkt, aanpassing regels pauze). Ook luisteren we naar leerlingen als die een thema aandragen waar ze aandacht voor willen hebben, bv. de actie rondom de aardbevingen in Syrie en Turkije. 

Veiligheid

Veiligheid

Elk kind moet zich veilig kunnen voelen op de Guyotschool voor VSO CMB en zich op een prettige en positieve manier kunnen ontwikkelen. De leerkrachten scheppen een veilige en prettige sfeer, in de klas en op het schoolplein. Ons pedagogisch uitgangspunt is dat alle kinderen met respect met elkaar leren omgaan. Iedereen is even waardevol, ongeacht niveau, godsdienst, huidskleur, sekse of seksuele voorkeur; geen discriminatie, niemand wordt gepest of onderdrukt.

De Kentalis Guyotschool vindt pesten onacceptabel en streeft naar een gezamenlijke aanpak van het pestprobleem. Om pesten, zowel in preventieve als in curatieve zin, aan te pakken is het nodig dat alle partijen betrokken worden bij de uitvoering van het vastgestelde antipestbeleid. Onder het kopje Sociale veiligheid kunt u hier meer over lezen.
De vorm van samenwerken die wij in ons antipestbeleid hanteren, wordt de vijfsporenaanpak genoemd. De vijfsporenaanpak houdt in dat de verantwoordelijkheid voor de aanpak van pesten door de hele school gedragen wordt, dat er begeleiding wordt aangeboden aan de gepeste leerling en de pester. Daarnaast wordt de klas betrokken bij het pestprobleem en ouders krijgen de gewenste ondersteuning. Voorkomen is beter dan genezen, daarom starten we elk schooljaar op de Guyotschool met het opstellen van groepsregels. Tijdens deze, zogenoemde “gouden weken”, gaat veel aandacht naar omgangsregels en -vormen waarbij respect hoog in het vaandel staat. Na de kerstvakantie starten we met de zilveren weken, waarin we opnieuw aandacht hebben voor het groepsproces en evalueren hoe het gaat met de vastgestelde omgangsregels. Dit alles staat ook beschreven in het beleid sociale veiligheid dat we hanteren op school. Dit beleid is op te vragen bij de directeur van de school. 

Een keer per jaar meten we het veiligheidsgevoel bij alle leerlingen met de monitor sociale veiligheid. De resultaten op deze monitor worden bij de groepsbespreking geanalyseerd door de leerkracht, zorgmedewerker, intern begeleider en gedragskundige en acties worden waar nodig uitgezet om alle leerlingen zich blijvend veilig te laten voelen bij ons op school.

Op het VSO CMB in Vries wordt structureel in alle groepen gewerkt met de methode ‘Kwink’. Kwink is een digitale lesmethode voor sociaal-emotioneel leren (SEL) voor groep 1 t/m 8, inclusief burgerschap en mediawijsheid. Het biedt een doordacht SEL-programma, gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten. Kwink is gericht op preventie (van bijvoorbeeld pesten op school) en de kracht van een veilige groep. De methode ‘Lang leve de liefde’ is een digitale lesmethode die binnen VSO CMB wordt gebruikt voor relationele en seksuele vorming van de leerlingen die het onderwijsaanbod op UP 3 en UP4 niveau volgen. Met ‘Lang leve de liefde’ maken de leerlingen op een aansprekende en bij hun ontwikkelingsleeftijd passende wijze kennis met allerlei zaken op het gebied van relaties en seksualiteit. Voor de leerlingen die het onderwijsaanbod op UP 2 niveau volgen wordt er op deze thema's gewerkt met de methode 'hallo ik'. 

De leerlingen krijgen gedurende hun schoolloopbaan een weerbaarheidstraining aangeboden: Rots en Water. Tijdens deze training komen thema’s als lichaamsbesef, gevoelens, nee kunnen zeggen en accepteren, grenzen, pesten, groepsdruk en veiligheid op straat aan bod. Het doel is de leerlingen hierover te informeren en bewustwording bij leerlingen te creëren door middel van het oefenen van vaardigheden in verschillende rollenspelen en oefensituaties uit de praktijk.  

De coördinator sociale veiligheid op school is Carla Benjamins: c.benjamins@kentalis.nl.

Internet gebruik

Veilig internet en sociale media

In het algemene deel van de schoolgids beschrijven we hoe we binnen Kentalis omgaan met het veilig gebruik van internet.

Onze regels:

In algemene zin wordt er gebruik gemaakt van een sterk beveiligd netwerk. Op die manier is het bijvoorbeeld niet mogelijk om gebruik te maken van ongewenste websites. Wat betreft het gebruik van sociale media is de afspraak dat hiervan geen gebruik gemaakt wordt. Het gebruik maken van mobiele telefoons onder schooltijd is beperkt toegestaan. In de klas wordt regelmatig aandacht besteed aan gewenst gedrag op het gebied van sociale media. Hierbij wordt ook gewezen op de gevaren van (onveilig) internetgebruik. Hiertoe kan gebruik gemaakt worden van de speciaal voor onze school ontwikkelde 'Sociale media kist' die verschillende werkvormen bevat om met het thema aan de gang te gaan. 

Het bevorderen van mediawijsheid is een zaak van iedereen: ouders, leerkrachten, begeleiders, bestuurders en natuurlijk van onze leerlingen zelf.

Voor leerlingen die dat aankunnen worden vanuit de leerlijn lessen aangeboden, zoals lessen over digitaal pesten, maar ook in positieve zin zoals het aanleren van de juiste zoektermen.

Leerlingen werken alleen op de computer onder toezicht van een leerkracht. Wij hebben ook de beschikking over IPads die door leerlingen tijdens bepaalde lessen gebruikt kunnen worden. Voor het gebruik van de IPads gelden dezelfde regels als voor de computers. Als leerlingen een mobiele telefoon of spelcomputer meenemen naar school worden deze in de tas bewaard. Diefstal, verlies of schade aan telefoons of spelcomputers vallen niet onder de verzekering
van de school. Ouders worden middels een ouderavond en/of in nieuwsbrieven geïnformeerd over veilig internetgebruik.

Gedragsregels

Aanwezigheidsplicht, gedragsregels

Alle jongens en meisjes die in Nederland wonen, of hier lang verblijven, zijn vanaf hun 5e jaar leerplichtig: ze moeten verplicht naar school. De volledige leerplicht duurt tot en met het schooljaar waarin de jongere achttien jaar wordt (een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli).
Ouders/ verzorgers moeten zich houden aan de leerplichtwet. Ouders of verzorgers moeten hun kind inschrijven op een school en zijn er verantwoordelijk voor dat hun kind ook echt naar school toe gaat. Binnen de  school zijn er klassenregels en schoolregels. Klassenregels worden per klas vastgesteld in de gouden weken, waar mogelijk door leerlingen en medewerkers op de groep samen. In de zilveren weken is hier opnieuw aandacht voor.

Leerlingen die naar het VSO CMB gaan starten over het algemeen op 12 jarige leeftijd. De schoolperiode duurt over het algemeen 6 leerjaren. In het jaar dat leerlingen 18 jaar worden verlaten ze meestal de school en stromen uit naar beschut werk of dagbesteding. In uitzonderingsgevallen is verlening van de schoolperiode mogelijk. Dit moet voldoende gemotiveerd zijn aan de CvO (commissie van onderzoek) en er moet in elk geval sprake zijn van leerbaarheid en nog te behalen cognitieve leerdoelen. Het kan b.v. voorkomen dat leerlingen door langdurige gezondheidsproblemen veel onderwijstijd hebben gemist. Verlening is dan mogelijk. Met dispensatie is het mogelijk om nog naar school te gaan in het schooljaar dat leerlingen 21 jaar oud worden.

Er zijn bij ons op school schoolregels met betrekking tot bijvoorbeeld buiten spelen, het gebruik van lokalen en gedrag. Aan het begin van het schooljaar wordt hieraan tijdens de gouden weken in alle klassen aandacht besteed. Als leerlingen een regel overtreden wordt dit op school besproken en afgehandeld. Indien er sprake is van herhaalde overtredingen of een zeer ernstige overtreding worden ouders ingelicht en/of uitgenodigd voor een gesprek op school.