Zorg voor de leerlingen

Leerlingenzorg

In het algemene deel van de Kentalis schoolgids vindt u informatie over Leerlingenzorg en het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Ook in het schoolplan 2019-2023 staat de zorgstructuur beschreven. Deze is op te vragen bij de directeur.

Niet alle leerlingen volgen het onderwijs probleemloos: een aantal leerlingen heeft meer tijd nodig om de stof zich eigen te maken of heeft een andere aanpak nodig. Taal, lezen, rekenen, zelfredzaamheid, sociaal-emotionele ontwikkeling en leren leren zijn allemaal vakgebieden, die extra aandacht kunnen vragen. De leerkracht is de eerste persoon om dit te signaleren. De ontwikkeling van een leerling wordt gevolgd door het afnemen van testen, toetsen en/of observaties en door regelmatig, in het Leerlingvolgsysteem, aan te geven welke doelen behaald zijn. Wanneer blijkt, dat een leerling de gestelde doelen uit het Ontwikkelingsperspectief (OPP) niet haalt, start het zogenaamd zorgtraject en krijgt de leerling extra begeleiding. Deze begeleiding vindt op verschillende zorgniveaus plaats.

Het zorg traject  en de niveaus van zorg

Er worden 4 niveaus onderscheiden: niveau 0, 1, 2 en 3.

Niveau 0:      Onderwijs volgens vastgestelde doelen, niveau en prognose vastgelegd in het
Ontwikkelingsperspectiefplan
. Het onderwijsaanbod is afgestemd op de kerndoelen, leerlijnen, leerroute en de individuele doelen uit het Ontwikkelingsperspectiefplan van de leerling.
De leerkracht zorgt voor een uitdagende leeromgeving en een zelfstandigheid bevorderende didactiek. De vorderingen worden door de leerkracht bijgehouden op basis van observeren, testen en toetsen. Het Ontwikkelingsperspectiefplan wordt één keer per jaar geschreven en twee keer per jaar geëvalueerd, hierna volgt telkens een gesprek met de ouders.
Wanneer de leerkracht constateert dat een leerling de gestelde doelen niet gaat halen, zal zij/hij didactisch en/of pedagogisch extra moeten gaan investeren. Dit wordt gemeld bij de intern begeleider.
Zorgniveau 1 treedt in werking.

 

Niveau 1:           De leerkracht geeft intensievere begeleiding aan de leerling.
Aanpassing van het onderwijsaanbod door de leerkracht. Het doel en de aanpak worden beschreven, zoals bijvoorbeeld extra inzet/didactische of pedagogische aanpassingen. Dit is het plan van aanpak (1)
Afhankelijk van de problematiek is de richtlijn in tijd voor het geven van extra zorg op niveau 1:
6 à 8 weken. In week 6, 7 of 8 wordt de leerling getoetst of geobserveerd en de leerkracht schrijft een evaluatie.

Indien de problemen van een leerling toch structureler lijken te zijn en de extra zorg onvoldoende resultaten heeft opgeleverd, geeft de leerkracht bij de intern begeleider aan of er hulp en/of begeleiding nodig is. Dan wordt de stap naar een volgend zorgniveau gemaakt. 
Zorgniveau 2 treedt in werking.

 

Niveau 2:      De leerkracht geeft de leerling intensievere begeleiding met ondersteuning van IB.


Op niveau 2 wordt de leerling besproken in groeps-/leerling bespreking. Afhankelijk van de gemaakte afspraken wordt er voor de leerling door de leerkracht een plan van aanpak opgesteld in samenspraak met de intern begeleider. Beschreven worden: het doel van het plan van aanpak (2), zoals bijvoorbeeld extra inzet/didactische of pedagogische aanpassingen en de afgesproken datum voor de terugkoppeling van de evaluatie. Afhankelijk van de problematiek is de richtlijn in tijd voor het geven van extra zorg op niveau 2: 6 à 8 weken. Hierin is het van belang om ook ouders in het proces mee te nemen als partner van de aanpak. Zij kunnen zo nodig het plan van aanpak samen met IB en leerkracht opstellen en ondertekenen. Het is ook in gevallen te adviseren om ook de inbreng van de leerling in het plan op te nemen. 

Ondersteuning van de leerkracht bij het uitvoeren van het plan van aanpak vindt plaats, bijvoorbeeld door de intern begeleider. Logopedie kan desgewenst in lijn van de alternatieve aanpak worden ingezet in overleg met de logopediste. De ouders kunnen samen met leerkracht en IB in overleg over het plan van aanpak. In de zesde, zevende of achtste week wordt de leerling getoetst en/of geobserveerd en de leerkracht schrijft i.s.m. de intern begeleider een evaluatie.

Het plan van aanpak wordt opgesteld in overleg met ouders. Het is belangrijk dat ouders en school samen optrekken en elkaar goed informeren over de vorderingen van de leerling. Het plan van aanpak wordt ondertekend door ouders, ook zal getracht worden om ook de zienswijze van de leerling in het plan op te nemen.  

Indien de evaluatie van het plan van aanpak aantoont dat de leerling te weinig of geen vooruitgang boekt of achteruit gaat en de problematiek van dien aard is dat de er een multidisciplinaire benadering noodzakelijk is, wordt de leerling door de intern begeleider aangemeld (vergezeld van hulpplan en evaluaties) bij de eerstvolgende vergadering van de Commissie van Leerlingen zorg (CvL).
Zorgniveau 3 treedt in werking.

Niveau 3:      Inzet professionals CvL en zo nodig externen
De Commissie van Leerlingen zorg (eventueel samen met externe professionals) zal komen tot een advies over de aanpak t.b.v. het vervolg van het onderwijsleerproces en –aanbod.
Vervolgens wordt er op basis van dit advies een plan van aanpak op niveau 3 opgesteld door de intern begeleider of gedragskundige i.s.m. eventuele andere betrokken deskundigen en dit plan wordt door de intern begeleider of gedragskundige teruggekoppeld naar de leerkracht en de ouders (zij ontvangen een kopie). Het is ook van belang dat ouders en leerlingen worden mede eigenaar worden van het plan van aanpak. Dit plan van aanpak (3) wordt uitgevoerd, opnieuw zo nodig met ondersteuning van de betrokken deskundige(n) en in overleg met ouders. Door het eigenaarschap van leerlingen te versterken (mede door de inbreng van de leerling in het plan van aanpak mee te nemen), heeft het plan een grotere kans van slagen. 

Afhankelijk van de problematiek is de richtlijn in tijd voor het geven van extra zorg op niveau 3: 6 à 8 weken. 
In de laatste week van de vastgestelde termijn wordt de leerling getoetst of geobserveerd en de leerkracht schrijft i.s.m. intern begeleider of gedragskundige een evaluatie. De CvL ontvangt de evaluatie (incl. evt. toets resultaten/observatierapport). Bij een goed resultaat kan de leerling weer terugkeren naar zorgniveau 0, 1 of 2.
Als de resultaten onvoldoende zijn, zijn verschillende vervolgstappen mogelijk:

  • er vindt nader onderzoek plaats,
  • het uitstroomprofiel wordt bijgesteld
  • er vindt een verwijzing plaats naar een andere afdeling
  • er vindt een verwijzing plaats naar een ander type onderwijs of naar zorg.

Evaluatie van het plan van aanpak 3 en gewijzigd Uitstroomprofiel of adviesformulieren t.b.v. verwijzing worden met ouders besproken.

Bij acute problematiek  kan het voorkomen dat zorgniveaus overgeslagen worden.

De zorgniveaus zijn onderstaand schematisch weergegeven

  • in de linker kolom zijn de zorgniveaus beschreven
  • in de rechterkolom wordt per zorgniveau aangegeven welke acties ondernomen worden.

LK         = leerkracht
GK        = gedragskundige
LVS       = leerlingvolgsysteem (ParnasSys)

Zorgniveau

Actie

Kenmerken

0

LK geeft onderwijs aansluitend op het vastgestelde niveau van de leerling op basis van de leerlijnen, streefkwaliteiten en methoden

 

Het OPP is het basisdocument

  • LVS: observeren, testen, toetsen;
  • vastgesteld OPP uitvoeren;
  • leerlingenbesprekingen en eventueel MDO’s

 

Is er extra aandacht nodig? Naar niveau 1 (eventueel 2 of 3)

1

LK geeft leerling intensievere begeleiding

Richtlijn: 2 tot 6 weken

LK maakt melding in journaal LVS

Het OPP is het basisdocument

  • hulpvraag definiëren; (eventueel) naar aanleiding van test, toets, observatie en analyse;
  • LK licht IB’er in over de extra aandacht aan de leerling;
  • inzet extra materialen en pedagogische middelen, overige maatregelen
  • kindgesprek wordt gevoerd over de hulpvraag en inbreng leerling wordt meegewogen in de aanpak
  • evaluatie / toets
  • de LK licht ouders in over het geven van de extra aandacht aan de leerling
  • opstellen plan van aanpak (1)

 

Hulpvraag niet opgelost?  naar niveau 2 (eventueel 3)

2

Hulpvraag van de leerling wordt besproken door lk en IB.

LK stelt plan van aanpak zorgniveau 2 op in samenwerking met de Ib’er

Richtlijn: maximaal 8 weken

Intensievere begeleiding van LK en zo nodig Ib’er

  • LK verzamelt informatie over de hulpvraag van de leerling
  • LK meldt de hulpvraag schriftelijk bij de IB’er met de evaluatie van de extra gegeven hulp
  • hulpvraag wordt besproken in leerlingbespreking
  • LK stelt plan van aanpak (2) zo nodig met IB’er
  • Ouders worden betrokken als gesprekspartner
  • Gesprek met leerling over de aanpak is gewenst
  • specifieke doelen
  • extra instructie + verwerking
  • evaluatie / toets
  • de LK licht ouders in over het geven van de extra aandacht aan de leerling

 

Hulpvraag niet opgelost?  naar niveau 3

3

Hulpvraag van de leerling wordt ingebracht in de CvL

CvL zet interne en/of externe expertise in

  • de IB’er legt de hulpvraag voor aan de CvL met eventuele bijlagen
  • traject uitzetten, uitvoeren en evalueren
  • gesprek met ouders voeren over de vorderingen
  • kindgesprek voeren over de vorderingen
  • opstellen van het plan van aanpak (3) door lid van de CvL
  • ouders ondertekenen het plan van aanpak (3)

 

 

 

 

Medische zorg

Als een leerling medicatie gedurende de schooldag dient te krijgen, dan dient hiervoor overleg gevoerd te worden met de leerkracht en het team aan specialisten. Als de school bevoegd is om de handelingen uit te voeren dan moeten de afspraken hierover op papier worden vastgelegd. Deze verklaring dient door ouders en school ondertekend te worden. De school hanteert hierbij een medisch protocol.

 

Schoolarts

Een leerling kan na plaatsing een medisch onderzoek ondergaan. De gegevens van een dergelijk onderzoek kunnen nodig zijn voor het zorgvuldig opstellen van de ontwikkelings- en leerdoelen. De jeugdarts heeft zitting in de Commissie van Leerlingenzorg. (CVL) Zij adviseert en onderzoekt indien noodzakelijk.

  • De schoolarts voor Kentalis SO de Voorde Rijswijk is: drs. L. Wienen.