Opbrengsten en uitstroom

We bieden goed onderwijs. Om dit te realiseren stellen we ambitieuze en realistische doelen. 

De school gebruikt een toetskalender die door alle leerkrachten wordt gevolgd. Daarnaast gebruiken we de richtlijnen voor toetsafname bij dove en slechthorende leerlingen, die landelijk door SIMEA zijn opgesteld. Voor onze leerlingen met een beperking in horen en zien wordt -indien gewenst- gebruik gemaakt van de richtlijnen voor toetsafname bij slechtziende en braille leerlingen. We gebruiken methodegebonden toetsen uit de lesmethodes en leggen (toets)gegevens vast in het leerlingvolgsysteem 'ParnasSys'. 

Leerlingen van groep 8 maken in januari/februari de doorstroomtoets. Met het schooladvies dat hieruit voorkomt kunnen zij zich eind maart aanmelden voor voortgezet (speciaal) onderwijs.

Naar aanleiding van de leerresultaten/opbrengsten scherpen we steeds ons handelen aan. Ons aanbod is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. We hebben schoolbrede afspraken over hoe het onderwijs aangeboden wordt. We zetten doelgroepspecifieke vakken in, zoals Nederlandse Gebarentaal en Dovencultuur en hebben een samenhangend aanbod voor burgerschapsonderwijs.

Naar aanleiding van de opbrengsten van 2023-2024 zijn er maatregelen genomen in 2024-2025. Het resultaat hiervan kunt u lezen in onderstaand schema en in het hoofdstuk: 'Maatregelen'.

Didactische ontwikkeling
We leggen vast welke resultaten we willen behalen met onze leerlingen, dit noemen we ambities. De uitgewerkte ambities zijn als bijlage te vinden in de algemene schoolgids. De resultaten brengen we in kaart aan de hand van observaties en/of toetsen. Voor leerjaar 1-2 gebeurt dit middels de Leer- en ontwikkelingslijnen Jonge Kind van ParnasSys. Voor leerjaar 3-8 gebeurt dit middels afname van Cito-toetsen. Op basis van de resultaten formuleren wij doelstellingen op maat voor onze leerlingen.

De opbrengsten voor rekenen, technisch lezen en spelling zijn conform de ambities. De opbrengsten voor begrijpend lezen zijn lager dan de ambities.

Sociaal-emotionele ontwikkeling en leren leren
Voor het in beeld brengen van de sociale vaardigheden en 'leren leren', maken we voor leerlingen van groep 3 t/m 8 gebruik van het instrument SCOL (Sociale Competentie ObservatieLijst). Voor leerlingen van groep A, 1 en 2 maken we hiervoor gebruik van Leer- en ontwikkelingslijnen Jonge Kind van ParnasSys.

In schooljaar 2024-2025 heeft een groot deel van de leerlingen de schoolstandaard van de SCOL behaald. Op schoolniveau zien we dat leerlingen over het algemeen meer moeite hebben met de categorieën een taak uitvoeren en opkomen voor jezelf. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren wordt gebruik gemaakt van de PAD methode.

Doorstroomtoets groep 8
Afgelopen schooljaar is de doorstroomtoets Route 8 door het merendeel van de groep 8 leerlingen gemaakt. Voor een deel van de leerlingen was de uitkomst overeenkomend met het schooladvies. Voor de andere leerlingen is het schooladvies heroverwogen en aangepast.

Sociale veiligheid
Elk jaar meten we hoe veilig onze leerlingen zich voelen op school. Dit doen we met de Monitor Sociale Veiligheid (MSV), deze vragenlijst wordt afgenomen bij de leerlingen in groepen 5 t/m 8. 
De Kentalis-ambitie is dat 90% of meer van de leerlingen zich veilig voelt. 

• Welbevinden: 100% van de leerlingen voelt zich prettig op school, in de klas, met anderen en met leerkrachten. Hiermee is de Kentalis-ambitie van 90% behaald.
• Veiligheid: 92% van de leerlingen voelt zich veilig op school. Hiermee is de Kentalis-ambitie van 90% behaald.
• Aantasting veiligheid: 88% van de leerlingen voelt zich niet aangetast in de sociale veiligheid. Hiermee is de Kentalis-ambitie van 90% net niet behaald.

Om te zorgen dat alle leerlingen zich veilig (blijven) voelen op school zijn actiepunten opgenomen in het jaarplan, zoals het borgen van methodieken voor sociaal-emotioneel leren en zorgen voor meer bekendheid en toegankelijkheid van de vertrouwenspersoon voor alle leerlingen.

Overgang naar een andere school

Afgelopen schooljaar (2024-2025) zijn in totaal 8 leerlingen uitgestroomd: 3 leerlingen zijn tussentijds uitgestroomd. Dit zijn leerlingen die vóór het einde van groep 8 van het (speciaal) onderwijs naar een andere school gaan. Vijf leerlingen zijn aan het eind van groep 8 uitgestroomd, dit noemen we einduitstroom.

De ambitie om leerlingen te laten uitstromen op/boven het niveau van hun uitstroomprofiel zoals twee jaar daarvoor vastgesteld, wordt behaald (100 procent).

SO 

Van alle leerlingen die onze school verlaten wordt gedurende twee jaar bijgehouden of zij nog op hetzelfde niveau zitten als toen ze uitstroomden. Dit heet bestendiging.

Oudertevredenheid

Het oudertevredenheid onderzoek is afgenomen in 2024.
De ouders geven de school gemiddeld een 8,5. 

37 ouders van 56 leerlingen hebben de vragenlijst ingevuld. Daarmee is het responspercentage 66%. Het responspercentage is daarmee 'goed'. De uitslagen geven hiermee een betrouwbaar beeld van de mening van de respondenten. Het ouderervaringen onderzoek is op te vragen bij de directie.

Leerlingenervaringen

Het leerlingenervaringen onderzoek is afgenomen in 2025.

De leerlingen geven de school gemiddeld een 8,9.
Kentalis De Zwanenbloem DSH scoort als school een 3,57 op een schaal van 4. Daarmee scoort de school 'goed'. 

De vragenlijst werd door alle respondenten ingevuld. Het responspercentage is daarmee 'uitstekend'. De uitslagen geven hiermee een zeer betrouwbaar beeld van de mening van de respondenten. Het leerlingen ervaringen onderzoek is op te vragen bij de directie.

Medewerkers onderzoek

Het medewerkers onderzoek is afgenomen in 2022. 

De uitkomst van het medewerkers onderzoek geeft 'trotspunten' en 'verbeterpunten' aan. Samenwerking binnen het team, ruimte voor persoonlijke groei en ontwikkeling en werkplezier worden aangegeven als trotspunten. Samenwerking met andere DSH scholen binnen Kentalis en werkdruk worden aangegeven als verbeterpunten. 

De eindbeoordeling van de kwaliteit van het onderwijs op schoolniveau komt tot stand op basis van beoordeling op veertien afzonderlijke standaarden die de Inspectie van het Onderwijs hanteert. 

Vanuit een interne (opleidings-) audit, gehouden in november 2024, zijn twaalf van de veertien standaarden beoordeeld met 'voldoende', één standaard met 'goed' en 1 standaard met 'onvoldoende'. Omdat de onvoldoende standaard één van de vier kernstandaarden betreft, wordt de audit als geheel beoordeeld als 'onvoldoende'. De interne (opleidings-) audit is uitgevoerd op basis van het vigerende onderzoekskader van de Inspectie van het Onderwijs (augustus 2021, update augustus 2024).

In november 2025 vindt een deelaudit plaats op de 'onvoldoende' beoordeelde standaard. De verwachting is dat deze standaard dan met 'voldoende' wordt beoordeeld en daarmee onze school weer volledig voldoet aan de basiskwaliteit.

Aanbevelingen vanuit de interne (opleidings-) audit:

• gerichte professionalisering voor het hanteren van een model voor directe instructie, zoals het EDI-model (model voor effectieve directe instructie).
• meer gebruik maken van werkvormen die de actieve betrokkenheid van de leerlingen bevorderen, zoals schoudermaatjes, groepswerk en differentiatie in instructie. 

De hierboven beschreven adviezen vanuit de interne (opleidings-) audit zijn geanalyseerd en leiden tot volgende maatregelen, die worden uitgevoerd in schooljaar 2025-2026 en verder:

•  professionele teamscholing op het gebied van EDI; Het leren hanteren van het EDI-model was al opgenomen in het jaarplan van de school. Deze intensieve professionele teamscholing is gestart in mei 2025 en loopt door tot februari 2026. Vervolgens vindt borging plaats middels gerichte collegiale consultatie, begeleid door een stuurgroep bestaande uit intern begeleiders, leerkrachten en directie. Twee teamleden (die ook zitting hebben in de stuurgroep) starten in 2026 de opleiding tot EDI-coach;
• Het gebruik van werkvormen en effectieve differentiatie maakt onderdeel uit van de EDI-training.

Andere al ingezette maatregelen naar aanleiding van de doelen van het jaarplan voor schooljaar 2025-2026:

• Voortzetten scholing ten aanzien van cluster 2 specifieke leerkrachtvaardigheden;
• borgen van visie en aanbod voor lezen, taal en burgerschap & sociale integratie;
• borgen van visie en aanbod voor de sociale en emotionele ontwikkeling en leren leren;
• Continu vergroten van de gebarentaalvaardigheid van alle medewerkers;
• Kennis delen door samenwerken met interne en externe partners.