Pedagogisch klimaat
Het schoolklimaat
Het schoolklimaat op onze school is gericht op een veilige ontwikkeling. Op school kunnen de leerlingen oefenen om met hun auditieve beperking om te gaan.
De school hecht grote waarde aan een stabiel pedagogisch klimaat. Met pedagogisch klimaat bedoelen we alles wat er in de omgeving is dat ervoor kan zorgen dat leerlingen zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. Een goed pedagogisch klimaat draagt bij aan een goede schoolsituatie en aan een veilige school. De medewerkers van onze school hebben de taak om te zorgen voor een klimaat waarin leerlingen zich veilig en gerespecteerd voelen. Dit zijn belangrijke voorwaarden om tot leren te komen. Met een stabiel pedagogisch klimaat wil Kentalis Talent DSH tegemoet komen aan een drietal basisbehoeften van ieder mens:
- De behoefte aan competentie: je in staat voelen belangrijke dingen te doen en goede prestaties te leveren.
- De behoefte aan relatie: het gevoel hebben dat anderen je waarderen en met je willen omgaan.
- De behoefte aan onafhankelijkheid (autonomie): het besef dat je dingen zelfstandig kunt doen en niet altijd bent aangewezen op de hulp van een ander.
Dit komt onder meer terug in de verschillende burgerschapsactiviteiten, geïntegreerd onderdeel in de vakken. Binnen onze school zijn er dove en slechthorende medewerkers werkzaam. Zij fungeren naast hun schooltaken ook als rolmodel voor leerlingen en ouders.
Om het pedagogisch klimaat te stimuleren worden onder andere technieken van Teach like a Champion 3.0 ingezet. Met deze activerende technieken creëren de leerkrachten een sterke klassencultuur in hun klas en wordt de betrokkenheid van de leerlingen vergroot.
Ook laten de leerkrachten aan de leerlingen merken dat ze hoge (realistische) verwachtingen van hen hebben. Dit werkt stimulerend en motiverend voor de leerlingen.
Beleid tegen pesten
Talent DSH heeft een veiligheidsplan en monitort de veiligheidsbeleving van leerlingen elk jaar. Als dat nodig is, stellen we het veiligheidsbeleid bij op grond van de uitkomsten van de veiligheidsmonitor. De Kentalisbrede meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld wordt op school gebruikt. Alle medewerkers zijn alert op het tegengaan van pesten. Er is aandacht voor wenselijk en onwenselijk gedrag, omgaan met elkaar en aanleiding voor misverstanden/miscommunicatie heeft altijd aandacht. Leerlingen weten naar wie ze toe kunnen gaan als er gepest wordt. Vertrouwenspersonen zijn voor leerlingen bereikbaar en bekend. Er is een horende en een dove vertrouwenspersoon. Dat zijn Marc Verschuur: m.verschuur@kentalis.nl en Lotte Kamps: l.kamps@kentalis.nl. Het veiligheidsplan is op te vragen bij de school.
We werken onder andere met de methode Kwink en CIDS (zie meer info onder ‘Vakken’). De aanpak is vertaald in afspraken, gedragingen en acties. Een pestprotocol is in deze aanpak onderdeel van een beleid dat zich richt op het vergroten van de sociale veiligheid. We werken herstelgericht. Herstelrecht is een proactieve en preventieve manier om pesten tegen te gaan en het sociale klimaat te stimuleren. Het gaat uit van iedereen betrekken om weer te komen tot samen meedoen.
Op het moment dat pestgedrag door leerlingen of het personeel gemeld of opgemerkt wordt, is het belangrijk dat alle betrokken partijen weten volgens welke procedure en vanuit welke visie het probleem opgelost gaat worden. Voor dit doel is een pestprotocol opgesteld. De school werkt aan een goed beleid rond pesten, zodat de veiligheid van leerlingen binnen de school zo optimaal mogelijk is. Hierdoor ontstaat een klimaat waarin pesten bespreekbaar gemaakt kan worden. Alle medewerkers van de school vervullen een voorbeeldfunctie bij het signaleren en tegengaan van pestgedrag.
Het pestprotocol
- Aan het begin van het schooljaar maakt de leerkracht het verschil duidelijk tussen pesten en plagen. Dit wordt gedurende het jaar herhaald. De leerkracht gebruikt hierbij diverse voorbeelden en besteedt ook aandacht aan digitaal pesten.
- Wanneer het pesten plaatsvindt in klassenverband gaat de leerkracht eerst in gesprek met de gepeste leerling en later met de pester apart.
- De leerkracht organiseert een gesprek tussen beide leerlingen en komt door toepassing van een ABC-formulier tot goede afspraken. Het is van belang dat de leerkracht de vragen één voor één doorloopt en per vraag beide partijen aan het woord laat. De leerkracht bewaakt de procedure. Er wordt eerst gevraagd om de feiten. Emoties komen constructief aan bod bij de daarop volgende vragen. De leerkracht zoekt met beide partijen naar een oplossing die voor beiden akkoord is. De dader moet een kans krijgen om de relatie te herstellen met een actie. De gemaakte afspraken worden genoteerd in ParnasSys.
- In overleg met de intern begeleider of gedragskundige neemt de leerkracht contact op met de ouders van de pester en de gepeste leerling en betrekt hen bij de oplossing. (Denk aan mogelijke achterliggende problematiek duidelijk krijgen).
- De leerkracht organiseert een klassengesprek. Dit is belangrijk in verband met het herstellen van de groepssfeer en om te benadrukken welke verantwoordelijkheid iedere leerling heeft.
- Indien het probleem escaleert of herhaling optreedt, meldt de leerkracht, in samenspraak met de intern begeleider, het pestgedrag bij de directeur en coördinator Sociale Veiligheid. In overleg wordt het probleem aangepakt. Hierbij wordt afgesproken wie de ouders op de hoogte brengt. De ouders worden geïnformeerd over het vervolgtraject en mogelijkheden tot hulp worden besproken.
Medewerkers hanteren met elkaar de volgende uitgangspunten:
- Medewerkers sluiten in hun communicatie aan bij de communicatiebehoefte en het begripsniveau van de leerling.
- De leerlingen worden positief benaderd.
- Medewerkers grijpen altijd in als zich ongewenste situaties voordoen/dreigen voor te doen.
- Medewerkers kunnen opbouwende kritiek geven.
- Medewerkers etiketteren de leerlingen niet op stereotype gedrag. Medewerkers zijn consistent en betrouwbaar in hun gedrag.
- Medewerkers kunnen zelf ook kritiek accepteren.
- Medewerkers geven leerlingen de ruimte om zelf mee te denken en te beslissen. Medewerkers tonen de bereidheid elkaar en leerlingen te helpen.
Herstelrecht
Bij ruzies en conflicten wordt er op Kentalis Talent DSH gewerkt vanuit een herstelgerichte gedachte. De focus is hierbij vooral gericht op herstel van aangerichte schade en van verstoorde relaties. Er wordt vanuit gegaan dat bij conflicten altijd schade ontstaat. Het belangrijkste bij de herstelgerichte benadering is dat deze ontstane schade wordt hersteld door degene die de schade veroorzaakt heeft. Daar heeft het slachtoffer baat bij, maar ook de dader. We vinden het van belang dat de personen die een conflict met elkaar hebben, hierover met elkaar in gesprek gaan. In sommige gevallen gaat dat niet direct, maar is er even tijd nodig om de gemoederen tot rust te laten komen. Het gesprek wordt dan vaak geleid door een ander persoon. Dit kan een leerkracht zijn, directeur of gedragskundige. De gespreksleider bepaalt niet wie er schuld heeft of welke straf moet worden ondergaan. Deze gespreksleider laat de leerlingen met een conflict met elkaar praten en met elkaar bepalen wat er gedaan moet worden om de schade te herstellen.
Veiligheid
Veiligheid op school staat altijd voorop. Onder veiligheid verstaan we onder andere brandveiligheid, maar ook het creëren van een gezonde (rookvrije) school en sociale veiligheid. Voor de sociale veiligheid is er op onze school een schoolveiligheidsplan.
Jaarlijks monitoren we de veiligheid op en in de school, onder meer met vragenlijsten sociale veiligheid en groepsgesprekken. Naar aanleiding van de resultaten worden verbeteracties uitgevoerd. Het uitgebreide veiligheidsprotocol, ontruimingsplan en de protocollen met betrekking tot sociale veiligheid, zijn op te vragen op school.
De veiligheidscoördinator op onze school, met betrekking tot sociale veiligheid, is gedragskundige Leoni Vennix (l.vennix@kentalis.nl).
Remy van de Snepscheut (r.vandesnepscheut@kentalis.nl) is als coördinator bedrijfshulpverlening aanspreekpunt voor de overige veiligheidsaspecten. Daarnaast zijn er meerdere medewerkers opgeleid voor bedrijfshulpverlening en EHBO. Zij krijgen jaarlijks een bijscholing.
Internet gebruik
In de algemene schoolgids beschrijven we hoe we binnen Kentalis omgaan met het veilig gebruik van internet. Daarnaast hebben we op onze school ook duidelijke afspraken en regels over internetgebruik.
Op Talent DSH kunnen leerlingen, personeel en ouders gebruik maken van internet. Het is onmogelijk om alle ongewenste sites af te schermen. Daarom zijn er gedragsregels afgesproken en leren we leerlingen veilig met internet om te gaan tijdens schooltijden. Talent DSH maakt gebruik van iPads en laptops. Voor deze devices worden uniforme richtlijnen gehanteerd zoals beschreven in de mediaprotocollen.
Afspraken zijn vastgelegd op 'de mediaprotocol poster'. Informatievoorziening over mediawijsheid en nieuws over aanverwante zaken zullen via Social Schools gedeeld worden. Bij misbruik en/of niet naleven van de regels worden met de betreffende persoon (leerling en ouder, medewerker) nieuwe afspraken gemaakt. Deze afspraken zullen passend zijn en in overleg met directie.
Gedragsregels
Op onze school hanteren we gedragsregels die aan het begin van elk schooljaar worden besproken. Er zijn vier kapstokregels binnen de school die dagelijks worden nageleefd en waaraan veel gewenst gedrag wordt gekoppeld.
- lief zijn voor elkaar
- elkaar helpen
- rustig lopen
- zuinig zijn op spullen
Deze regels hangen zichtbaar in elke klas en op andere plekken binnen het schoolgebouw. Meerdere keren per jaar worden deze regels expliciet besproken en geoefend. Naast de kapstokregels maakt elke klas ook eigen klassenregels. Deze regels zijn zichtbaar in de klas en/of de klassenmap
Op Talent DSH zetten we vooral in op een preventieve aanpak van ongewenst gedrag. In het protocol 'vrijheids- en/of fysiek beperkend handelen', onderdeel van het Veiligheidsplan, staat de werkwijze beschreven hoe de leerkracht omgaat met (on)gewenst gedrag en escalerend ongewenst gedrag. Van ongewenst gedrag wordt altijd een incidentmelding gemaakt. Daarin wordt de aard van het incident, de mate van het risico (op herhaling) en de aanpak uitgewerkt. De directeur wordt van elke melding op de hoogte gebracht. Aan het einde van het schooljaar wordt door directeur en gedragskundige een analyse gemaakt van alle incidentmeldingen om, indien nodig, schoolbrede verbeteracties uit te zetten.