Zorg voor de leerlingen

Leerlingenzorg

In het algemene deel van de Kentalis Schoolgids leest u meer over leerlingenzorg, onderwijsperspectief (OPP) en de Commissie van Leerlingenzorg (CvL).

Ondersteuningsstructuur

In het algemene deel van de schoolgids wordt een toelichting gegeven over de wijze waarop leerlingenzorg binnen de scholen van Kentalis is georganiseerd en hoe we werken met de Commissie van Leerlingenzorg (CvL) en het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP).

Op de dr. J de Graafschool hebben we de leerlingenzorg georganiseerd in een ondersteuningsstructuur met drie ondersteuningsniveau’s (zie hiervoor de poster van de ondersteuningsstructuur).

Door de ondersteuningsstructuur te hanteren ontvangt elke leerling passende begeleiding. De mate van begeleiding is afhankelijk van de individuele onderwijsbehoeften en hulpvraag van de leerling. Leidend is de vraag of de leerling de in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) gestelde doelen haalt.

Algemene uitgangspunten:

  • Duidelijke, zo kort mogelijke lijnen en handelingsgericht werken
  • Zo veel mogelijk signaleren en handelen binnen het primaire proces (docent / logopedist). Bevorderen collegiale consultatie/ samenwerken/ leren van elkaar
  • Docent/ logopedist overlegt met ouders/verzorgers/collega’s en schakelt zo nodig andere (interne) disciplines in om aanpak aan te bepalen
  • Gewoon waar het kan, speciaal waar het moet.
  • Besluiten worden op basis van het proces ‘data – duiden – doelen – doen’ genomen

Voor elk ondersteuningsniveau is een verantwoordelijke benoemd, die het proces coördineert (alle disciplines blijven hierin ieder hun eigen verantwoordelijkheden houden).

Ondersteuningsniveau 1 - coördinatie Mentor

Dit niveau betreft, in eerste instantie, alle leerlingen van de De Graafschool. Eerste verantwoordelijke op dit ondersteuningsniveau is de docent/mentor in samenwerking met de logopedist. Alle leerlingen worden meegenomen in de cyclus van de OPP’s. We bespreken alle groepen 2 keer per jaar in de 'op koers-besprekingen'. Hierbij zijn de mentor, de lesgevende docenten en logopedist(en), de intern begeleider en gedragsdeskundige aanwezig. In deze vergadering bespreken we de geanalyseerde resultaten/behaalde doelen per groep en maken we vervolgafspraken. We nemen hierbij zowel de resultaten van de IKAN (Ik en de Ander vragenlijst voor sociaal emotionele competenties), de CITO, als de observaties en methode gebonden toetsen mee in deze bespreking. Er is tweemaal per jaar de mogelijkheid om op- of af te stromen (in januari en juni).

Ondersteuningsniveau 2 - coördinatie Intern Begeleider (IB)

Wanneer ondersteuningsniveau 1 ontoereikend blijkt te zijn, kunnen de mentor/logopedist hun hulpvraag aan de Intern Begeleider stellen. De Intern Begeleider bepaalt in overleg met de docent/logopedist in welk ondersteuningsniveau een leerling komt. Het kan zijn dat de ib’er adviseert om nogmaals interventies te plegen in ondersteuningsniveau 1. Een leerling komt in ondersteuningsniveau 2 als het nodig is om een leerlingbespreking te voeren met meer disciplines dan de mentor en/of docent/logopedist en intern begeleider.

De mentor is het eerste aanspreekpunt voor de leerling en zijn/haar ouders/verzorgers en verwerkt de informatie in het OPP/leerlingvolgsysteem. Als de leerling in ondersteuningsniveau 2 ook ondersteuning van een logopedist krijgt, communiceert de logopedist met de leerling en zijn/haar ouders/verzorgers. En verwerkt relevante informatie in het OPP/leerlingvolgsysteem.

Ondersteuningsniveau 3 - coördinatie Gedragskundige (GK)

Als we inschatten dat overleg met meerdere disciplines, zowel in- als extern, nodig is, plaatsen we de leerling in ondersteuningsniveau 3. Bij een leerlingbespreking in ondersteuningsniveau 3 betrekken we uiteraard de ouders/verzorgers en de leerling, zodat we samen een oplossing kunnen vinden voor de hulpvraag van de leerling.  

De mentor nodigt de ouders/verzorgers uit voor de CvL bij een leerlingbespreking in ondersteuningsniveau 3 en draagt na afloop van de bespreking zorg voor de communicatie naar ouders/verzorger/leerling en collega’s. Genomen besluiten worden door de CvL vastgelegd in het OPP van de leerling.  

Vraagstukken in ondersteuningsniveau 3 kunnen gaan over de toewijzing naar een beter passende plek of bij vragen of de De Graafschool nog de juiste plek is voor de leerling. Maar bijvoorbeeld ook over aanvullende zorg van buiten en binnen Kentalis, zoals dyslexieonderzoek.

Medische zorg

Medicatie

De basisafspraak is: geen medicijnen op school.

Is er wel medicatie noodzakelijk, dan dient de leerling in staat te zijn deze medicijnen zelf te beheren en in te nemen. De mentor legt deze afspraken vast in Parnassys (het leerlingvolgsysteem). De medicatie wordt per dag meegegeven aan de leerling, er is geen voorraadbeheer op school mogelijk.

Ongevallen

Mocht er onverhoopt iets gebeuren op school waardoor er medische hulp nodig is, dan wordt in eerste instantie één van de bedrijfshulpverleners (BHV'er) ingeschakeld. Indien de BHV'er inschat dat er dringend een (huis)arts nodig is, dan kunnen we direct contact opnemen met een bij ons bekende huisartsenpraktijk nabij de school. Wij zullen ouders/verzorgers hiervan gelijk op de hoogte stellen.

Indien nodig zullen de BHV'ers levensreddende handelingen verrichten.

Het team bedrijfshulpverlening bestaat uit collega's met een geldig certificaat bedrijfshulpverlening. Zij verlenen eerste medische hulp en bereiden het team en de leerlingen jaarlijks voor op onvoorziene calamiteiten door het organiseren van een ontruimingsoefening.

Bij aanmelding op onze school ontvangt u een formulier waarop u belangrijke medische zaken kunt aangeven en de telefoonnummers waarop u te bereiken bent. Wilt u wijzigingen in deze belangrijke gegevens altijd aan ons doorgeven?

Leerling wordt ziek op school

In geval van ziekte van een leerling tijden schooluren zal altijd contact opgenomen worden met de ouders/verzorgers.

Schoolarts

Het is van groot belang dat elk kind dat Speciaal Onderwijs volgt, daar optimaal van kan profiteren en zo min mogelijk wordt gehinderd door beperkingen op fysiek, cognitief en/of psychosociaal gebied. De schoolarts kan leerlingen, ouders/verzorgers en scholen hierin adviseren en bijstaan.

Mevrouw Marlinda van Batenburg is jeugdarts bij GGD Groningen en is gekoppeld aan onze school. De jeugdarts sluit op uitnodiging aan bij de Commissie van Leerlingenzorg (CVL). Aan het begin van het schooljaar komt de jeugdarts op school en heeft dan spreekuur voor alle nieuwe leerlingen op onze school. Leerlingen worden door de GGD uitgenodigd via een brief aan de ouders/verzorgers. Ouders/verzorgers wordt gevraagd om bij het spreekuur aanwezig te zijn. Vooraf wordt gevraagd om een vragenlijst in te vullen waarin vragen staan over gezondheid, medicatie, afspraken bij artsen, hobby's, voeding, slapen etc.

De schoolarts doet een basisonderzoek. het onderzoek is bedoeld om stil te staan bij de gezondheid en het leven van de jongere: op school, thuis en in de vrije tijd. De jongere wordt gewogen en gemeten. Ook de oren en de ogen worden getest. Indien nodig kunnen ook de school of de ouders/verzorgers initiatief nemen om een afspraak te maken bij de schoolarts.

De jeugdarts is te bereiken per mail: marlinda.van.batenburg@ggd.groningen.nl