Sociale participatie van dove en slechthorende jongeren: acceptatie en populariteit

Doelgroep
Doof
Slechthorend

Het project geeft inzicht in de sociale positie op school van dove en slechthorende jongeren in de vroege puberteit (11 tot 14 jaar).

Achtergrond

Steeds meer dove en slechthorende kinderen en jongeren in Nederland volgen onderwijs op een gewone school. Toch heeft slechts 3% van alle schoolgaande kinderen en jongeren een gehoorverlies van 30 dB of meer. Dit betekent dat een dove of slechthorende leerling meestal de enige leerling in de klas is die slecht hoort, vaak zelfs op school. Sociaal isolement kan daarom op de loer liggen. De communicatiebarrière tussen dove/slechthorende en horende leerlingen, en het gedrag dat daar soms mee gepaard gaat, kunnen voor afwijzing door klasgenoten zorgen. Psychologische problemen en aanpassingsproblemen op school kunnen het gevolg zijn. Ook de schoolprestaties en gevoelens van welbevinden kunnen er onder lijden.

De puberteit

De puberteit is voor alle kinderen een grote uitdaging. Er vinden fysieke en mentale veranderingen plaats. Ook op het sociale vlak zijn er grote veranderingen. Zo gaan leerlingen van een relatief kleine basisschool naar een middelbare school met een groter en nieuw sociaal systeem. Er ontstaan kliekjes op school en een sociale hiërarchie of pikorde wordt belangrijk. Hierbij spelen acceptatie en populariteit een belangrijke rol. Acceptatie slaat op aardig gevonden worden door klasgenoten. Met populariteit wordt bedoeld of een leerling zichtbaar is in de klas, invloed heeft, en wat zijn positie in de sociale pikorde van de klas is. Jongeren zijn zich zeer goed bewust van hun positie in de groep. Na de overgang naar de middelbare school moeten ze opnieuw een sociale positie in de klas veroveren. Dit kan voor dove en slechthorende jongeren een extra uitdaging zijn.

Focus van het project

Het onderzoek richtte zich op de volgende onderwerpen:

  1.  Acceptatie en populariteit van dove en slechthorende leerlingen in groep 8 van het regulier en speciaal onderwijs (cluster 2), en ook de stabiliteit van acceptatie en populariteit na schooltransitie (de overgang naar de brugklas en de 2e klas van het middelbaar onderwijs).
  2. Welke factoren voorspellen acceptatie en populariteit van horende en dove/slechthorende leerlingen? Zijn communicatieve vaardigheden, gedrag en persoonlijkheid belangrijk?
  3. De invloed van de relatie met klasgenoten (acceptatie en populariteit) en de relatie met de leerkracht op het welbevinden van leerlingen op school.

Deelnemers

Er hebben 155 dove en slechthorende leerlingen en meer dan 1500 horende leerlingen deelgenomen, van groep 8 tot de 2e klas van het middelbaar voortgezet onderwijs. De dove en slechthorende leerlingen zaten op reguliere scholen, maar ook op cluster 2-scholen, verspreid over heel Nederland.

Werkwijze

Wie?
Het project 'sociale participatie van dove en slechthorende jongeren op school' was bedoeld voor leerlingen met gehoorverlies in regulier en speciaal basisonderwijs in groep 8. Deze leerlingen hebben we gevolgd tot en met de tweede klas van het middelbaar voortgezet onderwijs. In elk leerjaar heeft de hele klas van deze leerlingen deelgenomen aan het project (met toestemming van de school en ouders). De nadruk bij een klassenbezoek is nooit gelegd op de dove/slechthorende leerling, maar er is altijd gesproken over een project voor de hele klas.

Wat?
Leerlingen, leerkrachten en ouders hebben vragenlijsten ingevuld gedurende de drie leerjaren. Aan alle leerlingen werd uitgelegd dat hun antwoorden vertrouwelijk zouden worden behandeld en niet aan leerkrachten of medeleerlingen getoond zouden worden. Ook is uitgelegd dat de gegevens anoniem zouden blijven; namen zouden niet gebruikt worden. 

Wanneer?
Het project heeft vijf jaar geduurd, van maart 2007 tot juli 2012. De vragenlijsten zijn in de laatste drie maanden van het schooljaar afgenomen.