Voordelen en uitdagingen van online onderwijs voor leerlingen met TOS

Onderwijs op afstand

Mirja Leerentveld werkt als leerkracht en i-coach bij de Kentalis Enkschool in Kampen en zag vooral kansen toen ze hoorde dat de scholen moesten sluiten. Ze legt uit hoe zij nu les geeft en wat online onderwijs haar leerlingen brengt.

Hoe geef jij nu onderwijs aan de kinderen?

"Ik neem op zolder instructiefilmpjes op voor mijn leerlingen, die in groep zes en zeven zitten. Daarbij gebruik ik de beamer van onze kinderen. De filmpjes die ik maak, kunnen mijn leerlingen online in het leerplatform Gynzy bekijken. Wij werken op school al met Gynzy, dus ze zijn bekend met dat systeem. We werken verder met een soort online prikbord waarin elke dag huiswerkopdrachten klaarstaan. Via de chatfunctie kunnen mijn leerlingen mij een vraag stellen en daar kan ik op reageren. Ook plan ik elke dag een videoafspraak in met de leerlingen om extra instructie te geven en vragen te beantwoorden.”

Hoe is het voor jouw leerlingen om op deze manier te leren?

“Als i-coach deed ik in de klas al aardig wat op ICT-gebied, dat scheelt. Maar nu alles online gaat, is dat voor de meeste kinderen een uitdaging. Ook het beeldbellen is oefenen voor sommige leerlingen. Toch gaat het goed en zie ik er de voordelen van in. Deze ervaring en nieuwe vaardigheden hebben ze straks in het voortgezet onderwijs heel hard nodig. Als ik zie wat mijn dochter die op de middelbare school zit allemaal op de computer moet doen...”

Welke aspecten van het onderwijs zijn online lastiger?

“Ik geef les aan kinderen die een taalontwikkelingsstoornis hebben. Bij deze kinderen is het best lastig om te weten of ze je hebben begrepen. In de klas zie ik of ze wegkijken of met iets anders bezig zijn als ze iets niet hebben begrepen. Nu zie ik dat natuurlijk niet. En in de klas kun je meer werken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling, daarvoor gebruik ik situaties in de groep. Dat is nu ook lastiger. Ik doe wat ik kan en geef veel complimentjes. Ik zeg vooral dat ze goed bezig zijn – wat ook echt zo is. Ik ben super trots, ook op de ouders trouwens.”

Waarom ben je trots op de ouders van je leerlingen?

“Ze doen zó hun best. Het is nogal wat: werken en je kinderen thuis helpen met de lesstof. Ik sta zelf voor de klas, maar vind het ook een hele opgave om thuis te werken en mijn kinderen te helpen bij het huiswerk. Ik bel ouders daarom regelmatig om te bespreken hoe het gaat. Soms hebben ze het gevoel dat ze niet genoeg doen en dat zorgt voor stress. Dan zeg ik: Je doet wat je kan doen en dat is echt voldoende. We hebben onze leerlingen gezegd dat ze rekenen en lezen elke dag af moeten hebben. Lukt het een keer niet, dan niet. Ga vooral geen strijd aan. Er is al genoeg onrust voor iedereen in deze tijd. Als je de rol van leerkracht op je neemt, kan dat zorgen voor conflicten. Bovendien kan het verwarrend zijn voor een kind.”

Heb je nog meer tips voor ouders?

“Het voordeel van deze situatie is ook dat je thuis leuke dingen kunt doen samen. Koekjes bakken, timmeren. Activiteiten die zorgen voor een leuke sfeer en waar je veel taal bij nodig hebt. Ga je timmeren, dan breid je de woordenschat uit met woorden als ‘hamer’ en ‘zagen’. En je oefent praktische vaardigheden. Daar hebben we in de klas niet zo vaak tijd voor. Mijn tip is vooral: maak er iets leuks van. Het draait niet allemaal om het didactische stuk. Als een kind goed in zijn vel zit en iets leuk vindt, gaat leren tien keer harder.”

Lees ook hoe leerkracht Marieke nu lesgeeft aan haar leerlingen. Volgende week lees je het interview met ambulant begeleider Sandra. Ze legt uit dat ze als ambulant begeleider vooral aansluit bij de online tools welke reguliere scholen gebruiken om onderwijs op afstand te geven. Ze vertelt hoe ze daar de afgelopen weken mee om ging.