De gesluierde moeder in de Amsterdamse supermarkt spreekt in het Arabisch met haar dochtertje. Een meneer passeert haar en ik hoor hem geïrriteerd zeggen: ‘Waarom spreek je geen Nederlands met dat kind? Je woont toch in Nederland!’ Mijn mond valt open, als ik diezelfde meneer even later bij de kassa bewonderend tegen een Engels sprekende mevrouw en haar kind hoor zeggen: ‘Wow, dat is lekker zeg! Zo leert ‘ie gratis en voor niks Engels.’
Meten met twee maten
Over meertaligheid is al heel veel geschreven en gesproken, maar staan we wel eens stil bij het feit dat daarbij vaak met twee maten wordt gemeten? De ‘Westerse’ talen als Engels, Frans en Spaans worden gezien als een ‘cadeau’, dat je als ouder aan je kind kunt meegeven, maar bij talen als Arabisch en Turks, wordt gezegd dat de ouders maar Nederlands moeten spreken met hun kinderen, met alle gevolgen van dien... Het belang van het goed en zuiver aanleren van een taal en het inburgeren in de Nederlandse samenleving, lijken elkaar op dit gebied stevig te bijten.
Moedertaal leren
In Amsterdam boksen we al jaren op tegen deze, in mijn ogen, scheve verhoudingen. Elke keer moeten we ouders met een migratieachtergrond opnieuw vertellen om met hun kinderen hun eigen taal te spreken. Het Nederlands dat zij spreken is voldoende om met óns te communiceren, maar niet goed genoeg om hun kinderen een goede basis van het Nederlands te leren. Er is voor deze groep ouders grote behoefte mijns inziens, om goed geadviseerd te worden over welke taal er in het gezin het beste gesproken kan worden. En dit advies moet dan worden gegeven vanaf het allereerste prille begin… wanneer de ouders in verwachting zijn van hun kind! Immers dan kunnen ze op de juiste manier de basis leggen voor een goede eerste taalontwikkeling van hun baby.
Om deze advisering mooi vorm te geven, zou er bijvoorbeeld een logopediespreekuur kunnen zijn bij een verloskundigenpraktijk, een huisartsenpraktijk en een consultatiebureau. Daarbij wordt de wens van de ouders meegenomen, welke taal zij het liefst willen spreken. Samen met de logopedist kan dan gekeken worden of deze wens haalbaar is, of dat een andere invulling een beter optie is.
Verandering van Mindset
Dit is allemaal ‘goed en wel’, maar de eerdergenoemde problematiek van het met twee maten meten waar het de ‘minderheidstalen’ betreft, dient ook opgelost te worden. Hiervoor is een mindset verandering nodig, wat de houding van ons als ‘medelanders’ betreft. Het inzicht is nodig, dat het voor álle kinderen belangrijk is een goede basis te krijgen in hun eerste taal. Immers het (later) stapelen van talen lukt het beste wanneer er een duidelijke goede zuivere basis is gelegd. En dit cadeau willen we toch aan ieder kind meegeven?
De vraag is nu, hoe gaan we deze mindset veranderen, zodat alle kinderen gelijke kansen krijgen en hoe gaan we tegelijkertijd zorgen dat de advisering vanaf het eerste prille begin op de juiste manier wordt gegeven.
Meer informatie of samenwerken?
Wil je meer weten over dit onderwerp stuur een mailtje naar a.deblaauw@kentalis.nl. Misschien kunnen we ons samen sterk maken om deze probleemsituatie op te lossen!
Annelies de Blaauw, logopedist
Vroegbehandeling in Amsterdam