‘Het is zo mooi om de kinderen te zien groeien!’

Foto van Julia van Genderen

Na haar stage ging Julia van Genderen (24) bij Kentalis aan de slag als pedagogisch behandelaar. Ze werkt nu alweer 2,5 jaar met veel plezier met kinderen die een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben. “Ik kan hun TOS niet wegnemen, maar hoop dat ik ze zelfacceptatie kan meegeven. Ik vind het werk heel interessant. Ik leer van mijn collega’s, van de cursussen die ik volg en van de kinderen. Zij laten mij echt zien wat TOS betekent en wat kan helpen!”

Een passende stageplek

“Ik zocht als student pedagogiek een interessante stageplek en kwam Kentalis tegen bij een stagemarkt. Het jonge kind met een hulpvraag sprak mij aan. Daarom koos ik voor Kentalis. Anderhalf jaar liep ik stage bij de vroegbehandeling voor peuters en kleuters met TOS én bij de intensieve groepsbehandeling TOS voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Ik ben blij dat ik zo’n lange periode had om ervaring op te doen. Ik was gekoppeld aan mijn stagebegeleider Gerda, die ook op beide groepen werkte. Wat heb ik veel van haar geleerd!

Onder de indruk

Je draait hier als stagiaire gelijk mee op de groep. Natuurlijk wel onder begeleiding. Je begint met observeren, dingen klaarzetten en meekijken en dat breid je je stap voor uit. Voor ik begon dacht ik wel: is het voor mij niet teveel gericht op taal? Maar al snel kwam ik erachter dat het veel breder is en dat je hier echt een pedagogische blik nodig hebt voor het sociaal-emotionele gedeelte en voor het leiden en begeleiden van de groep en daarbij de groepsdynamica. Dat sprak me erg aan. Ook was ik onder de indruk van de behandeling die hier wordt geboden. Van alle kennis die er is. Ik dacht tijdens mijn stage: ik hoop dat ik ooit ook zoveel kennis mag hebben.

Leren van de kinderen

“Ik werk nu ruim 2,5 jaar met veel plezier als pedagogisch behandelaar in Gorinchem en Vught en heb inmiddels zoveel geleerd. Je blijft bij Kentalis leren en dat vind ik heel fijn. Ik leer van het werken in een multidisciplinair team, van mijn collega’s, van de cursussen die ik volg én van alle kinderen. Zij laten mij echt zien wat TOS kan betekenen en wat kan helpen.

Visueel maken

Alle kinderen hier hebben moeite met taal en communicatie. Daar houden we in de behandeling continu rekening mee, bijvoorbeeld door rustig te praten, ze de tijd te geven en onze taal te ondersteunen met mimiek, expressie, afbeeldingen en gebaren. Alles wat we doen, zeggen en verwachten, proberen we visueel te maken. Je merkt dat het dan veel beter binnenkomt.

Van acceptatie tot leren samenspelen

De gevolgen van een taalontwikkelingsstoornis zijn voor ieder kind anders en daarom heeft ieder kind iets anders nodig in de behandeling. Samen werken we aan de doelen van de kinderen. Dat kan van alles zijn: van om hulp leren vragen tot een speelafspraak maken of verhaaltje vertellen. Overkoepelend werken we met de kinderen aan samenspelen, interactie, emotieregulatie en acceptatie.

Leren omgaan met emoties

We proberen steeds weer uit wat voor een kind werkt, samen met de ouders. Dat vind ik heel mooi. Leren omgaan met emoties is vaak lastiger voor kinderen die TOS hebben. Ik heb hier geleerd om heel rustig te blijven, bijvoorbeeld als een kind een emotionele uitbarsting heeft. Daarna onderzoeken we samen: wat gebeurde er en wat voelde je? Hoe reageerde je en was dat goed voor jou of had je beter iets anders kunnen doen? We geven er samen woorden aan, ook door te tekenen. Het is zo mooi om de kinderen dan te zien groeien!

Zorgen voor zelfacceptatie

Ik werk hier vooral omdat ik ieder kind een zorgeloos leven gun. Kinderen met TOS zijn soms al heel jong heel onzeker. Ik kan hun TOS niet wegnemen, maar ik hoop dat ik ze zelfacceptatie kan meegeven. Dat ze leren: dit hoort bij mij en dat is oké. Ik ben niet de enige en weet hoe ik ermee om kan gaan.

We vinden het belangrijk om de kinderen in hun kracht te zetten, bijvoorbeeld door dingen die ze goed kunnen te benutten. Of door het heel erg aan te moedigen als ze iets proberen dat ze moeilijk vinden. Het geeft mij veel voldoening als ik zie dat een kind een succeservaring heeft. Als een kind bijvoorbeeld een afspraak maakt om te spelen en daarna fijn mee kan doen. Of als ze spelenderwijs iets leren en veel plezier hebben met elkaar. Ze noemen het hier ook ‘de speelhuisjes’. Dat vinden wij super!

Onzichtbaar en onbekend

Ik hoop dat er nog veel meer bekendheid komt voor TOS. Daarom lijkt het mij mooi om uiteindelijk ook meer te doen met kennisoverdracht en relatiebeheer: presentaties geven over TOS aan mensen die met jonge kinderen werken bijvoorbeeld. Dat vind ik belangrijk. Ik denk ook wel eens na over werken met het hele systeem van het kind of aan doorstuderen, gewoon omdat ik alles super interessant vind!”