‘Als ambulant begeleider maak je het verschil voor leerlingen met TOS’

Leerling Sem en ambulant begeleider Rini zijn in gesprek

“De middelbare school is voor iedere tiener een uitdaging”, vertelt ambulant begeleider Rini van Schooten. “Maar voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is het al helemaal een flinke kluif. Als ambulant begeleider ben je er daarom voor de leerling en voor de school. Samen zorgen we ervoor dat de leerling zo goed mogelijk kan leren en zich fijn voelt en kan redden op school.”

Meekijken in de klas

“De begeleiding heeft twee stromen: leerlingbegeleiding en systeembegeleiding. Ik begeleid de leerling met TOS een-op-een en betrek daar ook de ouders, coach en mentor en het docententeam bij. Daarnaast kijk ik mee naar dingen die rondom de leerling gebeuren, zoals de klassituatie. Vaak begint dat met observeren in de klas. Het observeren is gericht op de klassituatie en de aanpak van de leerkracht. Wat gaat goed en wat is nog meer helpend voor deze leerling?

Ik geef daarna adviezen aan de leerkracht. Denk aan: werk met visualiseren, geef meer bedenktijd en kondig op tijd aan dat je zo een bepaalde vraag gaat stellen, zodat de leerling de vraag kan verwerken en de tijd heeft om een antwoord te bedenken en formuleren. Dingen die bijdragen aan het leerproces van déze leerling. De aanpassingen zijn vaak klein, maar voor leerlingen met TOS maken ze echt het verschil. En het mooie is dat ze ook heel prettig zijn voor de andere leerlingen. Het uiteindelijke doel is dat het hele schoolteam weet wat TOS is en hoe zij deze leerling met TOS kunnen ondersteunen.”

Tijd om informatie te verwerken

“Verwerkingstijd is ook een belangrijk thema. De verwerkingssnelheid van een leerling met TOS is niet zo snel als het tempo op school. Je wordt op school, in al die lesuren, helemaal volgestopt met info. Er is tijd nodig om dat te kunnen verwerken. Maar als leerlingen thuiskomen, moeten ze ook nog huiswerk maken, leren voor toetsen, noem maar op. Daarom vertel ik leerkrachten waar ze op kunnen letten. Teken een tijdlijn om een tijdsperiode uit de geschiedenis visueel te maken, pas je spreektempo aan, stel controlevragen om te checken of de leerling de instructie begrepen heeft en help met het maken van een planning voor het leren thuis. De leerling help ik natuurlijk ook op dit gebied. Hoe leer je en hoe maak je huiswerk? Je moet leren filteren in al die informatie: wat is belangrijk en wat niet? Daar zijn allerlei manieren voor: kernwoorden zoeken, opschrijven, arceren, schema’s maken, samenvatten en tekeningen maken bij lastige begrippen.”

Zichtbaar maken

“Iedere leerling is anders, maar ik zie dat leerlingen met TOS toch vaak de stillere leerlingen zijn. Zij vallen in een groep niet op en dat maakt dat ze lang niet altijd gezien worden. Het valt niet op als ze de lesstof niet begrijpen, zeker als ze niet om hulp durven vragen. Daarom begint het ook bij zichtbaar maken van wat er eigenlijk aan de hand is. Misschien lijkt het alsof je leerling gewoon meedoet, maar is dat ook écht zo? Of vraagt deze leerling na de uitleg misschien om hulp aan zijn buurman en wordt hij thuis heel erg ondersteund?”

Veiligheid creëren

“In de klas om hulp vragen is lastig, zeker voor leerlingen met TOS. Je wil niet voor aap staan door aan te geven dat jij de uitleg of opdracht niet hebt begrepen. Hoe ga je daar als leerkracht mee om? Dat is vaak een thema. Hoe creëer je zo’n veilige situatie dat deze leerling wél om hulp durft te vragen? Ik heb ook voor de klas gestaan en weet dat dat lastig kan zijn, zeker in een groep met veel leerlingen die luidruchtig zijn en zo hun eigen problemen hebben.

Het helpt trouwens niet mee dat er nog steeds een flinke slag te slaan is qua bekendheid van TOS én dat het soms lastig ‘te pakken’ is. Wat betekent het precies voor deze leerling? Wat zijn de kenmerken van TOS en wat is karakter of pubergedrag? Of komt het gedrag voort uit gebeurtenissen in de thuissituatie?”

Je kunnen redden op school

“Het helpt dat ik snel een vertrouwensband met leerlingen krijg. Ik ben geen werknemer van de school en de gesprekken zijn een-op-een. Dat voelt veilig voor de leerling en soms ook voor docenten. We oefenen allerlei praktische vaardigheden, maar misschien is communicatieve redzaamheid wel het belangrijkste thema. Om je fijn te voelen en goed te kunnen leren is het is nodig dat je je kunt redden op school. Weet je waar, wanneer en hoe je je mentor kunt bereiken als je een vraag hebt? Ken je het gebouw? Wat doe je in de pauze? Heb je aanspraak? Hoe start je een gesprekje? Wat doe je als iemand even niet zo leuk reageert? Belangrijke thema’s, want het komt niet vanzelf op de middelbare school; er wordt veel zelfstandigheid gevraagd.”

De gevolgen van TOS zijn groot

“Mensen onderschatten vaak wat TOS kan doen in een mensenleven. Het constant niet begrepen worden. Plus: als anderen jou niet begrijpen, ben je al snel niet meer interessant. Dan gaat je zelfvertrouwen en zelfbeeld heel snel omlaag. Ook maakt het veel praktische dingen in je leven lastig. Een voorbeeld: Als je de omroeper op het treinstation niet begrijpt, wordt reizen lastig. Het zit in kleine dingen, maar die maken je leven wel elke dag ingewikkelder.

Als je je dan bedenkt wat deze leerlingen allemaal overwinnen op de middelbare school. Superknap! Ik vind het geweldig dat ik deze jongeren mag begeleiden en dat ik het verschil kan maken. Ik zie ze van dichtbij groeien en daar doe ik het voor. Laatst zag ik een leerling in de pauze ineens honderduit vertellen tegen leeftijdsgenoten. Dat maakt mij enorm trots!”

Ambulante begeleiding en consultatie & advies 

Voor ambulante begeleiding heeft de leerling een ‘ondersteuningsarrangement’ nodig. Lees hoe je dit aanvraagt. De school vraagt de begeleiding daarna aan. “Heeft een leerling geen toegang (geen arrangement), dan kan de school ons alsnog om hulp vragen, namelijk via consultatie & advies”, legt Rini uit. “Dit is een kortdurend traject waarin je als ambulante begeleider tien uur hebt om voorlichting te geven aan het schoolteam. Je wil dan zo gericht mogelijk helpen. De hulpvraag van de school moet daarom al wel heel duidelijk zijn.”