‘Loek kreeg door de fonopoli zijn vertrouwen terug in zichzelf en andere kinderen’

Loek is aan het spelen bij de fonopoli

“Onze Loek (5) praatte op zijn derde nog nauwelijks. Hij zei maar vijftien woorden”, weet Angela nog goed. “De huisarts zag het probleem niet zo. 'Ieder kind is anders', zei hij. 'Misschien gaat Loek praten als hij vier is. Dat is vroeg genoeg.' Ieder kind is anders inderdaad, maar ik ken Loek van haver tot gort en voelde gewoon dat hij iets had. Hij zei bijna niets en zat totaal niet goed in zijn vel. Omdat andere kinderen hem niet begrepen, wilden zij niet met hem spelen. Daarom moest hij ook veel huilen. Gelukkig heeft Loek door de fonopoli bij het Spraak & Taal Ambulatorium (STA) zijn vertrouwen teruggekregen.”

‘De logopedie stagneerde’

"Omdat Loek zo weinig zei, zijn we toch gestart met logopedie. De logopedist kwam na een tijdje op het punt dat het stagneerde. Samen zijn we verder gaan kijken en zo kwamen we bij Kentalis terecht. In zijn eerste twee jaren heeft Loek wel acht keer antibiotica gehad en is hij geopereerd voor buisjes. Bij Kentalis hoorden we dat hij waarschijnlijk die eerste twee jaar nauwelijks heeft kunnen horen door alle oorontstekingen. Dat heeft waarschijnlijk niet meegeholpen. Loek liep wel tweeënhalf jaar achter met het praten.”

Naar de fonopoli

“In december konden we met Loek naar de fonopoli van het Spraak & Taal Ambulatorium. Onze Loek is er zo eentje die direct ziet of hij iemand leuk vindt. Is dat niet zo, dan praat hij niet. Heel spannend dus, voor hem, maar ook voor ons. Gelukkig had hij meteen een klik met de mevrouwen van de fonopoli. Elke week, zes weken lang, gingen we er een ochtend heen van negen tot twaalf. Ik stond versteld: al na twee weken zag ik heel veel verandering. Hoe dat kan weet ik eigenlijk niet, maar na die zes weken kon hij zich ineens heel goed verstaanbaar maken en veel woordjes goed uitspreken.”

Meekijken met de behandeling

“Ze hebben bij de fonopoli twee kamers langs elkaar. In de ene kamer zat Loek met een behandelaar. In de andere kamer kon ik toekijken, samen met een andere behandelaar. Zij vertelde mij wat ze samen met Loek aan het oefenen en uitzoeken waren; wat hem helpt in de communicatie. Zo heb ik ook heel veel geleerd. Hoe je voorleest, hoe belangrijk het is om woorden duidelijk uit te spreken en hoe je dat doet, hoe je een woord op een positieve manier goed kunt aanleren.‘’

Niet eng, maar leuk

“Ik had Loek natuurlijk voorbereid op onze bezoekjes aan de fonopoli. 'Je kan al heel goed praten, maar hier gaan ze je nog beter leren praten', legde ik uit. Gelukkig bleek het gewoon leuk te zijn. Ze deden bijvoorbeeld spelletjes met hem en vertelden verhalen. De behandeling zit daar als het ware in. Ze hebben ook uitgezocht hoe Loek het beste leert. Heel veel herhaling helpt bij hem bijvoorbeeld. Altijd noemde hij onze hond niet Kyra, maar Tyra. 'Loek, is Kyra lief?' 'Waar is Kyra?' 'Wat vindt Kyra leuk?' Ze herhaalden dat soort zinnetjes zo vaak dat je er moe van zou worden. Maar het werkte. Voor het eerst noemde hij haar Kyra.”

Moe, maar trots

“Loek was na zo'n ochtend wel heel moe, dan kwam er niets meer uit. Maar hij vond het leuk en ik denk dat dat ook heeft geholpen. En natuurlijk heb ik het allemaal positief gebracht. Vaak zei hij in de auto op de terugweg: 'Mama, ik heb het goed gedaan hè?'. Een jongetje van vier. Hij kreeg zijn vertrouwen weer terug. In zichzelf, in zijn praten. En uiteindelijk ook in de kinderen op school. Omdat zij hem beter gingen begrijpen, ging het met hem veel beter. Loek zit nu op een reguliere school en krijg daar extra begeleiding van Kentalis. Heel fijn. Dat hij nog wel een achterstand heeft met praten, maakt niet uit. Als hij nu iets wil zeggen dan staat hij er - bij wijze van spreken met zijn handen in zijn zij. Daar gaat het om, toch? Als het nog een paar jaar zo was doorgegaan, was dat heel anders geweest.”

Over de fonopoli

De fonopoli is onderdeel van het Spraak & Taal ambulatorium van Kentalis en bedoeld voor kinderen met fonologische problemen. Deze kinderen zijn bijvoorbeeld niet goed te verstaan doordat zij grote moeite hebben met het vormen van klanken. Hier wordt aan gewerkt tijdens het intensieve onderzoeks- en behandeltraject bij de fonopoli. Na dit traject krijgen zowel ouders als de leerkracht en logopedist advies over het stimuleren van de klankontwikkeling van het kind.