Lotte Wijnen-Reijs: ‘Het is de kunst om in de wereld van het kind te komen’

Foto van Lotte Wijnen-Reijs

Lotte Wijnen-Reijs (37) werkt sinds 2008 bij Kentalis en heeft twee petten op. Ze is logopedist bij de vroegbehandeling TOS/doof-slechthorend in Breda. Daarnaast is ze docent op de Kentalis Academie en leert ze medewerkers via methode ‘Communiceren met Beleving, Ontmoeting en Betekenis (BOB)’ de basis van totale ondersteunde communicatie. Vanuit beide rollen is Lotte heel ervaren in het voorlezen en mede ontwikkelen van Zintuigenverhalen. Lotte vertelt graag hoe zij de verhalen toepast en wat zij bij de cliëntjes ziet gebeuren.

Wat Zintuigenverhalen precies zijn, lees je in het artikel ‘Het plezier bij de cliënten spatte er van af!’

Hoofdrol voor handpop BOB

“Op onze groep gebruik ik Kentalis Zintuigenverhalen drie van de vier dagen als kringactiviteit. Ook pas ik ze toe op een individueel kind of op een duo. Dat hangt van het niveau van de kinderen af en ook peil ik regelmatig wat op welk moment het best bij een kind past. Het behandelprogramma dat wij volgen – Communiceren met BOB – bevat ‘ankers’. Ankers zijn thema's die aansluiten op de belevingswereld van kinderen. Wij zoeken dan bij een thema een zintuigenverhaal dat daar mooi bij past. Samen deel je elkaars ervaring, ontmoet je elkaar écht en geef je samen betekenis aan het verhaal. Natuurlijk staat handpop BOB centraal in elk zintuigenverhaal, die hoort er echt bij! Verder kijken wij altijd heel goed naar waar kinderen op ‘aan’ gaan en zoeken daar een thema en bijpassend zintuigenverhaal bij. Ook moet het kloppen met de leer- en ontwikkelingsfase waarin ze op dat moment zitten. Zodra een kind ‘aan’ gaat, ligt daar een kans op verdere ontwikkeling. Dit noemen we ‘de sleutel’. Aan ons de schone taak om die kans te grijpen, want daarmee creëer je weer verdere ontwikkelingsmogelijkheden.

Herfstbladeren gooien

Nu is het volop herfst en werken we met het anker ‘naar buiten’. Dan maken wij een zintuigenverhaal met een hoofdrol voor herfst-ervaringen, bijvoorbeeld het vallen van de herfstbladeren. Want wij weten dat veel kinderen bij ons het heel fijn vinden om bijvoorbeeld blaadjes op te rapen en omhoog te gooien. Daar voegen we dan ook een liedje aan toe en dan is het echt feest voor de meeste kinderen. En ook voor ons als professional! Er zijn nu zoveel verhalen, dat we ze bijna niet zelf hoeven te maken. Toch passen we ze soms wel aan. Dan maken we andere foto’s of kiezen we voor andere zinsbouw of woordkeuze. Binnen ons team delen we verhalen die we aangepast hebben, zodat een andere collega ze ook kan gebruiken.

Mooie effecten

Het is leuk om te volgen wat er gebeurt tijdens het voorlezen van zintuigenverhalen. Het start met het laten ervaren en ontdekken van wat er in het verhaal gebeurt. Je ziet de motivatie bij het kind om het verhaal te volgen ter plekke ontstaan. We delen samen het plezier en de aandacht. Tijdens een periode van twaalf weken lezen wij een verhaal voor. Je ziet dat de kracht van de herhaling heel goed werkt. De kinderen bouwen als het ware hun eigen routine op in zo’n verhaal en begrijpen daardoor eerder de samenhang. We zien dat kinderen meer initiatief nemen of makkelijker zeggen als ze iets anders willen zien of doen. Natuurlijk zie ik wel verschillen, niet op elk kind heeft een verhaal hetzelfde effect. Als ik met nieuwe materialen start, is het bijna altijd zo dat drie van de zes kinderen iets anders pakken. Daaraan zie ik meteen al waar de interesse van het kind naar uit gaat. Daar pas ik dan de behandeling van het kind weer op aan. Soms blijft het bij plezier en gedeelde aandacht hebben. En soms kun je bij een kind al andere of nieuwe communicatiemiddelen of communicatieve functies gaan inzetten.

Kijken, wachten, luisteren

In mijn ogen bewijzen Zintuigenverhalen dat als je visuele ondersteunende communicatie gebruikt en combineert met voorwerpen, dat je dan in één klap ervaring en plezier met elkaar deelt. Dat vind ik heel veel waard! Wij maken vaak filmpjes, zodat je bijna per seconde kunt terugkijken wat er bij kinderen ontstaat. Dan zie je zoveel mooie dingen als ze gewoon even lekker mogen ervaren; je ziet de kleine stapjes. Door de zintuigenverhalen ben ik me bewuster geworden hoe goed je bij een kind moet blijven aansluiten. Wij moeten zorgen dat wij in die wereld van het kind kunnen komen. Dan pas kun je een connectie creëren. En blijven kijken, wachten en luisteren naar het kind. Door het kind te volgen, kun je kansen zien en pakken. Pas dan kun je echt stapjes gaan maken’’.

Wil je ook weten hoe je als pedagogisch behandelaar werkt met Zintuigenverhalen? Lees dan ook het verhaal 'Als ik een zintuigverhaal voorlees, zie ik zó veel blije gezichtjes’.