'Ik wil gelijke kansen voor dove en slechthorende studenten'

Student Nada en ambulantbegeleider Isabelle Smessaert

Ambulant begeleider Isabelle Smessaert is gespecialiseerd in het ondersteunen van leerlingen en studenten die doof of slechthorend zijn in het voortgezet onderwijs, mbo en hbo. “Ik hou in de gaten of ze zich goed ontwikkelen en de lessen actief kunnen volgen.” Isabelle is er ook voor scholen en docenten, als vraagbaak, inspirator en motivator. “Ik daag hen uit om niet te denken in beperkingen, maar in meerwaarde.”

Hoe ziet jouw werkdag eruit?

“Ik heb een ontzettend gevarieerde baan. Vanmorgen stond ik met mijn laarzen aan tussen de tractoren op stagebezoek. De volgende keer ga ik naar een horeca- of zorgopleiding. Of ik verwonder me over autotechniek – heel leuk. Vanmiddag buig ik me met een student over haar stageverslagen. Want als je geen gesproken taal kunt horen, is schrijven een uitdaging; ik help haar bij de opbouw en grammatica. Ik waak erover dat mijn studenten hun talenten ontplooien en dat docenten hun persoonlijkheid en kwaliteiten goed in beeld hebben; hier ondersteun ik het team bij. Onlangs heb ik docenten getraind in het visueel maken van instructies door te tekenen. Ik denk bijvoorbeeld ook mee over het afnemen van examens bij studenten die gebarentaal gebruiken – hoe doe je dat met een mondeling voor Engels of Frans? En ik overleg geregeld met ondersteuningsspecialisten in het mbo over extra zorg voor mijn studenten. Bij Kentalis ontwikkelen en delen we intern veel expertise; ik vind dat echt uniek. Het is geweldig om daar een bijdrage aan te mogen leveren.”

Waar lopen je studenten tegenaan?

“Vaak zie ik een redelijk stille student die weinig problemen ervaart. Dan is het zaak om goed te kijken. Want bij studenten die doof of slechthorend zijn heb je vaak te maken met onzichtbare hulpvragen. Sommigen zijn het gewend dat ze niet alles meekrijgen van een les of gesprek, dat de akoestiek niet optimaal is, dat de hoorapparatuur niet altijd goed werkt – en op den duur hebben ze het er niet meer over.”

Hoe ondersteun jij hierbij?

“Ik begin ermee om goed te observeren in de klas. Ik kijk wat ik kan toevoegen aan de toegankelijkheid van het onderwijs, zodat de student gewoon de les kan volgen en bijvoorbeeld niet steeds om herhaling hoeft te vragen. Kortom, wat kan ik doen om de student gewoon student te laten zijn? Ik zoek uit welke oplossing kan helpen. Ik maak de school en docenten er ook bewust van hoe dingen overkomen op iemand die niet goed hoort. Neem soloapparatuur, waarbij de docent een microfoon om zijn hals draagt die verbonden is met het hoortoestel van de student. Een prachtig hulpmiddel, maar de student hoort alleen de stem van de docent. Om de les goed te kunnen volgen is het van belang dat de docent reacties uit de klas even herhaalt. Anders mist de student de helft. Die hoort dan alleen: ‘Wie weet het antwoord? (...) Ja inderdaad, dat klopt. Wie nog meer? (...) Oké, dat is een goede aanvulling.’ Als ik dit laat zien aan een docent, schrikt die eerst even, maar beseft dan dat de oplossing helemaal niet ingewikkeld is. Kleine aanpassingen met groot effect, noem ik dat. Daar wil ik de scholen en docenten van doordringen.”

Jij kunt in gebarentaal communiceren. Klasgenoten en docenten beheersen die taal niet. Hoe gaan jouw studenten hiermee om?

“We weten uit onderzoek dat studenten die doof of slechthorend zijn redelijk worden getolereerd, maar niet altijd volledig deel uitmaken van de klas. Wil de student hier iets aan doen en vertellen over doof zijn, of liever niet? Vindt een student het spannend, dan coach ik hem of haar over de mogelijke voordelen. In de klas kun je bijvoorbeeld een supportgroep oprichten, zodat er meer verbinding ontstaat. Onlangs gaf ik samen met een student een gebarentaalles aan een groep docenten. De student heeft de les daarna ook op zijn stageplek gegeven. Hij leert nu elke week een aantal gebaren aan zijn collega’s. Dat is natuurlijk geweldig. Je begint iets samen en daarna pakt de student het zelf op.”

Spelen er nog andere thema’s?

“Een aantal van mijn studenten werkt met een tolk Nederlandse Gebarentaal. Opleidingen denken vaak dat de les volledig toegankelijk is als er een tolk bij is. Maar dat is te simpel. Getolkt onderwijs volgen betekent dat je je informatie drie seconden later krijgt. Dat verschil lijkt niet groot, maar in die drie seconden heeft de docent vaak al een klasgenoot aangewezen voor het antwoord. Dat maakt deelname aan de les voor deze studenten ingewikkeld. En hoe ga je samenwerken met de tolk? Waar wil je dat die staat, hoe wil je dat die tolkt? Dat bespreek ik met studenten. Ik leer ze ook feedback te geven, zodat ze een professionele relatie opbouwen met hun tolken.”

Wat vinden de studenten van jouw rol?

“Ze zien mij als coach, iemand die met ze meewandelt, dingen terugkoppelt en belicht, zodat er stappen kunnen worden gemaakt. Een student noemde mij laatst ‘een rode draad’. We hebben ook een vertrouwensband. Ze bespreken dingen die ze moeilijk vinden eerst met hun ambulant begeleider. Ik weet van hun problematiek; mij hoeven ze niet alles uit te leggen. Ze leven in een omgeving die vaak nog niet gewend is aan mensen die doof of slechthorend zijn. Samen ontwikkelen we inzichten hoe ze hiermee kunnen omgaan. Studenten zijn blij met al die verschillende kanten van ons contact. Ze zeggen wel eens: je doet veel meer dan ik had gedacht.”

Je ondersteunt ook scholen. Wat vind je een belangrijk thema?

“Opleidingen worstelen met het vinden van een goede stageplek voor studenten die doof of slechthorend zijn. Er wordt wel gedacht dat deze jongeren een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Ik draai het liever om: de arbeidsmarkt heeft soms nog een afstand tot deze jongeren. Dat zie je al bij het kennismakingsgesprek op het mbo. Dan wordt gezegd: kan een slechthorende student wel audicien worden? Ik daag de school uit om niet alleen te denken in beperkingen, maar ook in meerwaarde. Een slechthorende audicien kan zich als geen ander inleven in de klant. Dat is een enorme toegevoegde waarde voor het team. Maar dan moeten deze jongeren wel de kans krijgen op een opleidingsplek of stage. Daar is nog wel een weg te gaan.”

Werk je ook samen met andere ambulant begeleiders?

“Ik overleg regelmatig met mijn directe collega’s en heb soms ook landelijk overleg met ambulante diensten. We delen expertise met elkaar, bouwen aan een netwerk en verzamelen ‘good practices’. Samen bouwen we brede specialistische kennis op over jongeren die doof of slechthorend zijn. Omdat we zo’n diverse doelgroep hebben, leren we veel van elkaar.”

Wat is een van de hoogtepunten van je werk?

“De d van doof staat vaak voor dubbel. Dubbel zo hard werken. Dubbel je best doen. Want de omgeving is nog niet altijd ingericht op studenten die doof of slechthorend zijn. En als het dan lukt, omdat de student doorzet en in zichzelf gelooft. En omdat de opleiding aanpassingen regelt – ja, dat is een groot succes. Voor de student. Voor de opleiding. En ook voor mij. Ik vind het ook altijd een enorm succes als de stage goed gelukt is. Studeren gaat niet alleen om een diploma. Het gaat om het vinden van een goede plek in de maatschappij. Een plek waar de student zich kan ontwikkelen en zich gewaardeerd voelt om wie hij of zij is. Ik zie de studenten dan helemaal stralen dat ze hun vak goed beheersen en van meerwaarde zijn op de arbeidsmarkt – dat vind ik geweldig.” 

Welke student is je bijgebleven?

“Ik heb een doofblinde student – hij ziet een klein beetje en is volledig doof. Hij is nog niet zo lang in Nederland en moet dus Nederlands als tweede taal leren. Nou, dat is pittig! Hij kan dat alleen maar doen door te lezen. Ik heb ontzettend veel respect voor het gigantische werk dat deze student verzet. En hij is altijd vrolijk en optimistisch, gaat positief vooruit – dat zijn kanjers. Hij denkt niet in problemen. Hij zegt: ik kan dingen opschrijven, ik kan gebaren, ik kan ook mijn stem soms gebruiken. Hij denkt alleen maar in mogelijkheden. Dat vind ik een enorme kracht.”

Wat brengt het werk jou persoonlijk?

“Als je communiceert in Nederlandse Gebarentaal heb je contact met een andere gemeenschap en cultuur. Dat verrijkt je enorm als mens. Ik ben iemand met grote ‘ontwikkelhonger’. Een baan die zo veel diversiteit biedt, past mij perfect. Het is nooit saai; ik ben altijd iets nieuws aan het leren. Mijn drijfveer? Het benutten van potentieel van jongeren die soms nog te weinig worden gezien. Daar wil ik iets aan doen. Ik wil hen gelijke kansen geven in het onderwijs. En de maatschappij hun meerwaarde laten zien.”

Isabelle Smessaert volgde na de docentenopleiding de master Dovenstudies. Bij de Kentalis Academie rondde ze de tweejarige leerroute Specialist doof/slechthorend af. Ze is ook vaardig in Nederlandse Gebarentaal (NGT). Dit schooljaar begeleidt Isabelle leerlingen en studenten op zeven verschillende scholen in de Meierij, de regio rond Den Bosch. Behalve gespecialiseerd in het ondersteunen van jongeren die doof of slechthorend zijn, is Isabelle ook TOS-specialist.